PROFIEL VAN... HERBERT NOORD

Samenstelling: Patrick Holleeder
Artikel uit Turning Wheel 2019-3


Herbert Noord is pas 76 jaar geworden, is redelijk gezond op de mobiliteit na, marathon lopen zit er niet meer in.
Met zijn Joke – dit jaar zijn zij 50 jaar getrouwd – woont hij in een klein Noord-Hollands dorpje in een gerieflijk onderkomen met plaats voor een B3, een A 100 en een mooie vleugel, uiteraard zwart, die vleugel dan.
Herbert is al sinds onheuglijke tijden – 1992 of daaromtrent – lid van de Toonwielorgelvereniging. In het dagelijkse leven houdt hij zich bezig met schrijven, musiceren en nog een heleboel andere dingen waaronder het digitaliseren van oude opnamen en 8mm en Super 8mm filmpjes. Tot zoverre de biografische gegevens gaan we nu over tot de serieuzere zaken.

Sinds wanneer ben je geïnteresseerd in muziek?
Tja. Moeilijk te zeggen maar op mijn vijfde pootte mijn moeder mij neer bij mevrouw Bloeme, een klassieke pianolerares op de Amsterdamse Stadhouderskade. Bij deze aardige maar strenge lerares leerde ik wel piano spelen maar de interesse voor muziek werd hier niet aangewakkerd, het les nemen vormde meer een onderdeel van de opvoeding. Mijn moeder had nog onder Mengelberg gezongen en speelde zelf niet onverdienstelijk piano. Op een keertje speelde zij St. Louis Blues op een stride-piano manier, met sprongbassen, en dat riep mijn belangstelling wakker. Toen ik zei dat leuke muziek te vinden heeft ze een leraar gezocht die mij daar onderricht in kon geven. Dat werd de heer Pauel, gevestigd aan de Amsterdamse Nassaukade. Ik klom als het ware via de singelgracht op naar mijn muzikale Olympus. Via luisteren naar 45 toeren singles van Winifred Atwell, Meade Lux Lewis en Pete Johnson raakte ik vertrouwd met Boogie Woogie. Via die techniek heb ik mijn linkerhand ontwikkeld.
 
Wat is je favoriete muziek of artiest?
Daar kan ik maar één passend antwoord op geven: Moderne jazz. Iets specifieker, de muziek die ruwweg tussen 1940 en 1975 in de Verenigde Staten onder die noemer werd gemaakt. Een echt favoriete musicus heb ik niet, wel een fors aantal waarvan ik de muziek altijd met plezier en veel genoegen kan beluisteren. Daarnaast is er bij mij een vereiste heel belangrijk, het moet swingen. Ellington zei het al in 1931: “It don't mean a thing If it ain't got that swing.”
Er zijn wel muzikanten die ik bewonder vanwege hun muzikale opvattingen of hun virtuositeit. Roland Kirk, de op verschillende toeters blazende geweldenaar, Grant Green om zijn van alle opsmuk ontdane gitaarspel, Stanley Turrentine, Coleman Hawkins, Ben Webster en Willis Jackson vanwege hun toon en beheersing van de sax, Art Blakey en Elvin Jones vanwege hun drive en natuurlijk Larry Young, Jimmy Mc Griff, Groove Holmes en Jimmy Smith vanwege hun orgelspel. Ook Charles Mingus, Les McCann en Thelonius Monk hebben hun muzikale sporen bij mij achter gelaten. Wat heel erg buiten het kader van deze giganten ligt is het feit dat ik ook beïnvloed ben door Dr. Anton van der Horst en Louis Davids.

Dat zijn niet de namen die in de eerste plaats bij mij opkomen. Hoe bedoel je?
De 78 toeren platen van Louis Davids heb ik grijs gedraaid. In de eerste plaats om de geweldige teksten zoals 'een hoekschop is een doodschop om een hoekie' maar de begeleiding maakte swingende muziek.
Weliswaar in 2-kwarts maat maar wel swingend. Dr. Anton van der Horst, overigens ook organist, speelde op de piano elke ochtend om vijf voor acht bij de VPRO-radio een improvisatie ter omlijsting van een of andere predikant die een stichtelijk woord verkondigde. Ik vond dat fascinerend. Iemand die 'ins blauen hinein' aan het improviseren sloeg.

Nog een favoriete plaat of cd?
'Con Alma' van Oscar Peterson. Daar kan ik altijd naar luisteren. Wat een meester.

Ben je in bezit van een Hammond?
Wat is er beter dan één Hammond? Inderdaad vier. Een A 100, twee B3's en een C3.
Ik ben begonnen met een L-elletje en vervolgens begin 1970 bij Mossel en Versteege een 2de hands A 100 aangeschaft omdat de L niet het basgeluid had dat ik wilde horen. (Voor verdere informatie: lees mijn boek Hammonditis).
Foto hierboven: Een sessie in het Kaaspakhuis van vorig jaar met Rinus en Pieter Voogt.

Besmet met het Hammondvirus sinds....?
Dat zal begin jaren vijftig geweest zijn door Pierre Palla. Niet zijn spel maar de klank van het orgel deed me wat. Daar wilde ik op spelen. Nou dat zat er niet echt in. Behalve dat zo'n orgel schreeuwend duur was, vormde ook het wonen op de 3de verdieping, met buren onder je, een behoorlijk obstakel. Mijn toegenegen ouders zagen veel zitten maar zo'n orgel niet. Pas door het op de markt komen van de Philicorda werd het mogelijk de droom gedeeltelijk te verwezenlijken. Na mijn afstuderen kreeg ik zo'n elektronisch wonderorgeltje cadeau. Dat sprak zich in de hoofdstedelijke jazzkringen snel rond en zo stond ik al snel op podia met muzikanten van diverse pluimage zoals Willem Breuker en Hans Dulfer.
Podiumervaring had ik al veel eerder opgedaan als pianeur in diverse jazzbandjes. Breuker schreef zelfs een speciale partituur voor mij waarin het aan- en uitzetten van de Philicorda een voorname rol speelde.

Hoe zou jij jezelf als Hammond bespeler willen karakteriseren?
Toch wel redelijk in de traditie spelend maar ik schuw buitenissige uitstapjes geenszins, daar zorgen Pierre, Aad en Rinus wel voor. Op de platen en cd's die wij gemaakt hebben is dat goed te horen. Desalniettemin is de blues in mijn spel nooit ver weg. Dan bedoel ik niet de bekende twaalfmatige schema's maar het gevoel. Ik heb ooit met bluesgitarist en zanger Louisiana Red een mooi gesprek over de blues gehad en die zei, dat die twaalf maten er niet toe deden. Een blues kon net zo goed 14 maten hebben of 26. Hij vond dat het om het gevoel ging.

Met wie zou je nog een goed gesprek willen hebben?
Met Winston S. Churchill zou ik, gezeten in een lederen clubfauteuil, een mooie Havanna willen roken.
Het gesprek zou over geschiedenis gaan want volgens hem kan je maar van een ding leren en dat is van de geschiedenis. Fantastische man, die niets uit de weg ging en voor wie geen 'kan niet' bestond. Hij is wel degene geweest die ervoor gezorgd heeft dat wij hier de muziek kunnen maken die wij leuk vinden en niet noodgedwongen het Duitse Wandelliederenboek moeten vertolken. Trouwens ik betwijfel of er dan één Hammond in Europa te vinden zou zijn geweest.

Waarvoor mag je wakker gemaakt worden?
Daar heb ik wel een antwoord op maar dat past niet in dit "Toonwiel-kader".

Heb je nog iets verrassends of een anekdote over jezelf?
Nou ik zal hier een onthulling doen. Het boek 'I'm The Beat' over de studio van Max Bolleman, dat ook dit jaar ook in het Engels is uitgekomen – onder de naam 'Sounds' - en daverende recensies kreeg van Japan tot Engeland, Duitsland en de USA in o.a. de Down Beat van augustus, is door mij geschreven. Als schrijver staat in het boek vermeld Robert Rhoden wat een anagram van mijn naam is. Nu wil je natuurlijk weten waarom? Dat heeft te maken met het feit dat het jazz-journaille en mijn persoon niet samen door een deur kunnen. Iets dat dateert uit de jaren zeventig. Waar ik in het buitenland altijd goede recensies kreeg over mijn muziek was er in Nederland, met uitzondering van wijlen Rudy Koopmans, vier sterren in 'Oor', niemand die er een goed woord voor over had. Pierre vonden ze geen jazzdrummer en Rinus was maar een imitatie Willis Jackson. Van die dingen dus. Kenmerkend voor de stand van zaken was dat toen het boekje Hammonditis uitkwam, het werd neergesabeld door de redacteur van Het Jazz Bulletin niet omdat het slecht geschreven was, maar omdat ik ooit een column over de situatie in de Nederlandse jazz had geschreven die die heer niet welgevallig was geweest. Daar haalde hij alsnog zijn gram over. Toen 'I'm The Beat' in hetzelfde blaadje (van het Nederlands Jazz archief) werd besproken niets dan lof. Wat de recensent blijkbaar niet was opgevallen dat in beide boeken hetzelfde verhaal voorkomt. Blijkbaar had hij mijn boekje niet gelezen, anders zou hem dat wel opgevallen zijn. Het ging namelijk over een Duitse pianist die een striptease danseres naast zijn vleugel posteerde die zich langzaam ontklede. Komt niet zo heel vaak voor zo'n geschiedenis. Dus om niet al met een onverdiende achterstand van start te gaan, mijn gebruik van een pseudoniem.

Welke droom wil je nog graag uit zien komen?
Als ik heel eerlijk ben, geen enkele. Ik zie het muzieklandschap rap van kwaliteit veranderen en bepaald niet de goede kant op. Ik zit niet te wachten op een afgestudeerde Conservatoriumstudent die Coltrane's 'Giant Steps' drie maal sneller kan spelen en desnoods van achter naar voren. Ik hoor alleen maar meer van hetzelfde en dat is in de meeste gevallen onuitstaanbaar gedreutel. Alles wordt met alles gemengd en als origineel verkocht. Vleugje Indiaas, vleugje oerwoud, vleugje gregoriaans, vleugje rap, vleugje heavy metal, vleugje dance, trance of hoe die rotzooi ook mag heten en daar dan een zangeres bij. In de studio worden alle valse noten netjes met ProTools bijgeschaafd en wordt er een elektronische zwieperd aan de instrumenten gegeven en dat was het dan. Meisjes met een gitaar die niet kunnen zingen krijgen miljoenen hits op YouTube en draaitafelmalloten verdienen zoveel dat ze van gekkigheid maar een privé- vliegtuig kopen. Ik dank OLH op mijn blote knietjes dat ik nog van echte muziek kan en mag genieten, omdat die op geluidsdragers is vastgelegd.
Nee, ik zie de muzikale toekomst duister in. ◄

 

HERBERT NOORD EN PIERRE VAN DER LINDEN

Tekst: Frank Obertop
(Met dank aan de Stichting Jazz Werkgroep)
Artikel uit Turning Wheel 1993-5


 

Op de ledencontactdag op 16 oktober 1993 heeft de werkgroep Muziek de Amsterdamse Hammondorganist Herbert Noord uitgenodigd. Noord, die al dertig jaar actief is op het Hammondorgel, heeft in de loop der jaren, als swingend middelpunt, in wisselende samenstellingen veel musici om zich heen gegroepeerd. In de huidige combinatie Rinus Groeneveld/Herbert Noord "Advanced warning" bestaat de vaste kern uit Herbert Noord, Rinus Groeneveld, Pierre van der Linden en John Marshall. Op de komende ledencontactdag zal Herbert samen met drummer Pierre van der Linden 'acte de présence' geven.

Het is een mooie septemberavond als ik Herbert en zijn vrouw Joke ontmoet in een Italiaans eethuisje aan de Amsterdamse Reguliersgracht. Zijn vaste adres, zo blijkt even later tijdens het gesprek, waar hij vrijwel wekelijks na zijn drukke werkzaamheden als wijnhandelaar èn uitgever van een slijtersvakblad te vinden is.

Actief

Herbert Noord (1943) is al decennia in de muziek actief. Vroeger ooit op een piano begonnen en als jazzpianist actief in de Bohemia Quintet, maakte hij in het begin van de zestiger jaren de overstap naar orgel. Aanvankelijk was het een Philicorda, waarmee de podia onveilig werden gemaakt. Tijdens één van deze optredens leerde Herbert zijn vrouw Joke kennen ("Die grote man achter dat kleine orgeltje was toch wel een imponerend gezicht...").

Toen zich de kans voordeed de Philicorda te verruilen voor een echte Hammond, een 'tweedehands' L-100 in perfecte staat bij een gerenommeerde orgelzaak in de stad, was de keus snel gemaakt. Het Hammondorgel had Herbert voor zich gewonnen, vooral toen na aflevering pas bleek dat het geen tweedehands orgel betrof. Daar stond een fonkelnieuwe L-100: de verkoper had het 'occasion'prijskaartje per abuis aan een nieuw orgel gehangen, en tja, dan moet dat orgel ook voor die prijs aan de klant geleverd worden, nietwaar!

Hammondorgels

Inmiddels was Herbert Noord actief geworden in het jazz circuit. Van de eerste groep die Herbert zelf oprichtte, in 1967, maakte o.m. de bekende tenorsaxofonist Hans Dulfer deel uit. Niet lang daarna, in 1969, werd de eerste LP "Live at the Bohemia Jazz Club" opgenomen. In de jaren daarna zouden nog vele lp's en cd's en ontelbare optredens in binnen- en buitenland volgen (Wist U dat er jaren geleden een jongetje van een jaar of 12 was, gek van Hammondplaten van o.m. Herbert Noord? Dat jongetje heette Carlo de Wijs). Tevens zou in de loop der jaren een indrukwekkend bezit aan Hammondorgels worden opgebouwd.


Herbert Noord (foto: Charlot Wissing)

Want Herbert Noord's instrumentarium mag er zijn: wat dat betreft doet hij niet onder voor de fanatieke leden van de Hammond Toonwielorgel Vereniging. De stal bestaat al een aantal jaren uit een A-100, twee B-3's (!) èn een C-3. De vleugelpiano is niet meegerekend.
De meeste orgels staan opgesteld in Noord's eigen studio in de Amsterdamse binnenstad, maar één B-3 staat permanent 'transportgereed' op wielen (het blijft tenslotte zo'n slordige 120 kilo) in een bestelwagen, klaar voor het volgende optreden. (NB. Voordat nu B-3-adepten in de stad op zoek gaan naar 'verdachte' bestelauto's: hij staat wèl ergens binnen geparkeerd!) 

Stijl

Zoals bij de meeste Hammondorganisten " met een uitgesproken eigen stijl is het ook bij Herbert Noord niet eenvoudig om daarvan een duidelijke karakterisering te geven. Maar zijn swingende manier van spelen is onmiskenbaar gegrondvest in de blues. Noord: "In feite zijn het naast harmonieën en akkoorden vooral ook klankkleuren die ik gebruik."

In 1983 werd een tournee ondernomen in de Amerikaanse staat New York. Tijdens één van de optredens in het circuit van jazzclubs aldaar werd Herbert Noord het volgende veelbetekenende commentaar toegefluisterd: "You're white, man, but you're black inside!"

Ommezwaai

De ommezwaai in Noord's stijl kwam in het begin van de jaren zeventig, na een bezoek aan een concert van Jimmy Smith in het Amsterdamse Concertgebouw. Want tijdens dit optreden in Amsterdam kwam de grote 'ontluistering':... die man speelde zonder pedaal! Dat wil zeggen: de voeten maakten wel de bewegingen, maar de pedaaldrawbars stonden gewoon op 'nul'.

Dat heeft uiteindelijk geleid tot een volledige ommezwaai in Herbert's stijl. Baslijnen zijn via het ondermanuaal veel flexiber te realiseren dan op een pedaal, en dat is de reden waarom het pedaal na een aantal jaren trouwe dienst bij Herbert Noord in onbruik is geraakt. Noord wijst erop dat er veel Hammondorganisten zijn die op deze wijze spelen: o.m. ook de beroemde Amerikaanse organist Jack McDuff.

En dan volgen de verhalen over de bekende namen waarmee hij in de loop der jaren heeft kennisgemaakt en/of opgetreden. 'Brother' Jack McDuff die op Noord's B-3 heeft opgetreden, Groove Holmes, met wie ze in Amsterdam samen hebben gegeten, de verhouding tussen de Jimmy's Smith en McGriff. Herbert Noord blijkt een geboren verteller. Ongetwijfeld zal daarvan ook op de ledendag iets blijken...

Advanced Warning

De huidige combinatie waarmee Noord optreedt is "Advanced Warning", waarvan de harde kern, zoals hierboven al is aangeduid, bestaat uit Herbert Noord (Hammondorgel), Rinus Groeneveld (tenorsax) , Pierre van der Linden (drums) en John Marshall (gitaar). Desgevraagd licht Noord deze naam toe: het was een idee van John Marshall, en deze naam heeft twee voordelen. Enerzijds begint het met een 'A' en dus sta je vooraan in de adreslijsten en concertagenda's, anderzijds is het publiek "gewaarschuwd", en dan volgt een veelbetekenende glimlach... In het najaar van 1990 heeft Advanced Warning een tournee gemaakt door Duitsland en in het voorjaar van 1991 door Zwitserland. In het najaar van 1992 werd een tournee ondernomen door Nederland en België samen met Paul Weeden.
 
Noord heeft het afgelopen jaar veel in de belangstelling gestaan: optredens voor televisie in "Geen C te hoog" en, samen met Carlo de Wijs, in "Janssen en Co." Ook aan het radioprogramma "Tros Sesjun" werd diverse keren medewerking verleend.

En, niet te vergeten, het optreden van Herbert en Carlo tijdens het North Sea Jazz Festival, waar 4500 enthousiaste bezoekers aan het Tuinpaviljoen, dat was gewijd aan het Hammondorgel, hun swingende verrichtingen temidden van de 'Hammondgroten der aarde' konden gadeslaan. Een aantal leden van onze Hammond Toonwielorgel Vereniging was daarbij aanwezig. In de combinatie Advanced Warning (met enkele gastmusici) zijn nu twee cd's opgenomen: "Hi-Fi Apartment" in 1989 (de titelsong was een hit in de Londense discotheken, terwijl het nummer "The day that Monk died" meer dan 20 maal door de BBC radio is uitgezonden) en "Nothing to be Afraid of" in 1991.

(Foto: Frank Obertop)

Beide cd's zijn door de jazz-vakpers goed ontvangen. Inmiddels staat derde cd op stapel. De opnames daarvoor zijn nu alweer enige tijd achter de rug. Deze cd is genaamd "The Heat is On" 'en zal verschijnen op het Duitse label ITM, naar verwachting in januari/februari 1994. Als gast is hier te horen de Amerikaanse gitarist Paul Weeden.

Ledendag

Op de ledendag op 16 oktober zal het eerste deel van het optreden van Herbert Noord zijn opgebouwd rond het thema 'Composer's Dilemma' waarin tekst en uitleg zal worden gegeven van de problemen die bestaan bij opnames, wanneer van een nummer inmiddels vele uitvoeringen bestaan. Het tweede deel is opgebouwd uit divers repertoire, waaronder van Advanced Warning.

Discografie:

Herbert Noord op Hammondorgel

1968 Live at the Bohemia Jazzclub
1973 Five Times Six
1978 Warm Bad
1979 Live at De Kroeg
1987 Clear Sight
1988 Atomic Blues
1989 cd Hi-Fi Apartment
1991 cd Nothing to be Afraid of
(1994) cd The Heat is On
 
NB. Wie meer over Herbert Noord wil weten leze het interview van Jan Rensen in 'Orgel en Keyboard' van december 1992.

Pierre van der Linden

Pierre van der Linden (1946) volgde een gedegen klassieke opleiding bij Lou de Heer van het Nationale Opera Orkest en bij Nico Prins. Zijn muzikale loopbaan nam een geheel andere wending door zijn optreden in de bekende popgroepen Brainbox en Focus uit de zestiger en zeventiger jaren, en daarna bij o.m. bij toetsvirtuozen als Rick van der Linden (Tracé) en later Rob Hoeke. Pierre heeft inmiddels een grote staat van dienst opgebouwd, die op talrijke opnames is vastgelegd. Hoewel Pierre van der Linden zijn bekendheid vooral ontleent aan zijn optredens met bovengenoemde artiesten, gaat zijn hart uit naar de jazz en blues. Zijn grote voorbeelden zijn Max Roach, Sunny Murray en vooral Elvin Jones.
Pierre van der Linden is de 'solide swingende basis' in de Herbert Noord/Rinus Groeneveld combinatie "Advanced Warning" en is op de cd's van deze combinatie prominent aanwezig. Ook op de nieuwe cd "The Heat is On" is Pierre te beluisteren, en omdat hij daarop een dusdanig eigen stempel drukt is deze cd aan hem opgedragen.