RICK VAN DER LINDEN

(5 augustus 1946 – 22 januari 2006)
Tekst: Frank Obertop

De naam van Rick van der Linden is onverbrekelijk verbonden met de formatie Ekseption, de Nederlandse rockgroep die vanaf eind jaren ’60 tot midden jaren ’70 van de vorige eeuw grote furore maakte met internationale hits volgens het concept: klassieke thema’s verpakt in eigen werk. Rick van der Linden was jarenlang het gezicht van Ekseption en het muzikale brein achter de groep. Met zijn virtuoze toetsenwerk op zijn Hammond en de vele op elkaar gestapelde keyboards dwong Rick bij collega’s en fans groot respect af.
Na de Ekseptionperiode ging Rick zijn eigen weg. Tot 1978 was dat met de driemansrockformatie Trace, waarin hij het strakke keurslijf van de voorgaande jaren geheel van zich afschudde en muzikaal volledig zijn eigen weg ging. Daarna werd het wat stiller rondom Rick, hoewel hij vrijwel tot aan zijn dood in verschillende formaties is blijven toeren en altijd een schare aan trouwe fans achter zich wist. Achteraf heeft Rick zijn muzikale avonturen met Trace en daarna tot aan zijn optredens in 2003 gekwalificeerd als achtereenvolgende fasen in de muzikale ontwikkeling van Ekseption.

 

Betekenis

Rick van der Linden heeft een brug geslagen tussen klassiek en pop en daarmee een groot publiek bereikt.

Zelf heeft Rick zijn visie samengevat als volgt: “In klassieke kringen ben ik vaak bekritiseerd. Maar ik vind dat alle muziek die je met gevoel, met volle overtuiging en met bevlogenheid speelt, niet slecht kan zijn. Want alleen dan gaat muziek juist leven. Volgens mij is dat ook de bedoeling van de componist. Want waarom zou je niet met bepaalde stukken zelf aan de gang mogen gaan? Dat deed Bach ook!”

Het gevolg van zijn grote succes was in die tijd ook dat, naast de succes van Ekseption zelf, van de klassieke originelen die door hen zijn gebruikt ook 4x zoveel platen werd verkocht. De jeugd van de sixties en de seventies ontdekte de klassieken!

Gedurende zijn carrière werd Rick met Edisons bekroond, heeft hij vele internationale prijzen in ontvangst mogen nemen, elf albums werden goud en twee werden platina. In Zweden werd zelfs één diamanten plaat gehaald. Zowel Ekseption als Trace zijn bekroond met de Edison Trofee en in Frankrijk met "Le Trofee Le Metier", de Rose d'Or van Antibes en de gouden prijs van Montreux.

Rick van der Linden heeft in totaal aan 48 albums meegewerkt, waarvan naar schatting zes miljoen exemplaren zijn verkocht. Hij heeft aan vele projecten meegewerkt,  o.m. met Robbie van Leeuwen van Shocking Blue (De band Mistral, waarmee ze drie top tien hits maakten), Phil Collins, Deep Purple, Joachim Kuhn, Deep Purple, Phil Collins, Vangelis, Jack Lancaster en Brand Eggs, Jan Akkerman , Liesbeth List, Connie van den Bos, Willy Alberti, Boudewijn de Groot en vele anderen.

 

 

Leven

Marinus Petrus Gerardus Maria (Rick) van der Linden werd geboren op 5 augustus 1946 in Badhoevedorp, als tweede in een gezin met vijf kinderen. Al spoedig na zijn geboorte verhuisde de familie wegens het werk van vader naar Rotterdam-Zuid.

Thuis werden ook veel platen gedraaid, van Mantovani tot de Mattheüs .“Bij ons thuis was geen popmuziek. De Damrakkertjes zongen liedjes op rode singletjes met gele labeltjes. De Urker, Spakenburger en Volendammer Mannenkoren zongen Psalmen in de nacht. Mantovani speelde Melodieën voor Miljoenen. En helemaal links stond de doos met op drie LP’s de Mattheus Passion. Gekregen bij een feestelijkheid, maar te zwaar bevonden om te draaien in een druk gezin.”

Ricks vader speelde goed piano. “Ik was twee toen ik door mijn vader naast de piano werd gezet. Mijn vader moest spelen, anders hield ik mijn kop niet. Ik schreeuwde de hele boel bij mekaar, totdat die een pianoconcert van Johann Sebastian Bach begon te spelen", vertelde Rick later.

In Rotterdam kreeg de kleine Rick van zijn zevende tot zijn negende jaar pianoles. Toen Rick elf jaar oud was, verhuisde de familie naar de Parklaan in Haarlem, waar Rick pianoles van zijn vader kreeg. Ricks vader kon hele pianoconcerten uit zijn hoofd spelen. Vooral Bach vond Rick prachtig, zoals de Mattheus Passion. “Ik hield van de Mattheus. De koralen….. O Haupt voll Blut und Wunden. Zo triest. En tegelijk zo harmonieus.” Met Bach is Rick opgegroeid. Toen Rick twaalf was ging hij ook regelmatig alleen naar de kerk, enkel om naar het orgel te luisteren.

 

Rick zat inmiddels op het gymnasium op het katholieke Triniteitslyceum aan de Zijlweg in Haarlem. Maar de resultaten op school waren slecht, omdat hij eigenlijk alleen maar wilde spelen. Hij was niet bij de toetsen weg te slaan. Rick kwam in contact met de directeur van het conservatorium  in Haarlem, Piet Vincent. Toen Rick zijn eindexamen niet had gehaald, luidde diens advies om over te stappen naar het conservatorium voor een opleiding in de muziek.

Maar die stap lag niet zo voor de hand. Rick kwam uit een streng katholiek gezin, waar vaders wil wet was. Een carrière van Rick in de muziek was niet wat zijn vader voor ogen stond. Maar Rick bleef bij zijn keuze, al was dat verre van makkelijk. Hij begon aan het conservatorium in Haarlem met een pianostudie bij Piet Vincent. Piet Vincent was in die tijd als een vader voor Rick. Rick kwam veel hem thuis over de vloer en noemde hem vanaf een zeker moment ook ‘Ome Piet’. Rick wist wat hij wilde en Piet Vincent geloofde in Rick. Hij inspireerde Rick om ook met een orgelstudie te beginnen, bij Albert de Klerk. Dat was buiten het conservatorium, omdat een orgelstudie daar toen niet mogelijk was. Albert de Klerk bleek een zeer goede docent en ook tussen De Klerk en Rick bleek de verhouding bijzonder goed. Maar De Klerk was een purist en liet geen ruimte voor persoonlijke interpretaties, wat zeer in tegenstelling stond tot Ricks eigen opvattingen.

 

Rick heeft de opleiding aan het conservatorium in Haarlem in drie jaar gedaan, terwijl daar gewoonlijk vijf jaar voor stond. Hij heeft zich volledig op de opleiding gestort om  aan zichzelf en aan zijn ouders te bewijzen dat hij het ook echt kon. In die tijd won Rick ook drie pianocompetities en hij speelde pianoconcerten van Beethoven,  Rachmaninoff en Mozart met verschillende symphonieorkesten.

 

 

In 1967 ging Rick voor zijn eindexamen naar het Koninklijk Conservatorium in Den Haag, waar hij  cum Laude slaagde. Hij had erecertificaten voor piano, orgel, harmonie en contrapunt.
Na zijn afstuderen in Den Haag werd Rick aangesteld als docent aan het conservatorium Haarlem. Maar dat viel hem helemaal niet mee: Rick was zelf nog zeer jong en moest lesgeven aan (soms veel) oudere studenten. En als docent aan het conservatorium speelde Rick de hele dag klassiek piano. “Na het conservatorium zat ik behoorlijk met mezelf in de knoop” vertelde hij later. “Ik moest mensen van veertig jaar lesgeven. Maar dat zag ik niet zo… Daarom ben ik het in andere muzieksoorten gaan zoeken. Barmuziek, tango’s. Het intrigeerde me omdat ik het zo afschuwelijk vond. Dus ging ik in een bar spelen om te ontdekken wat het allemaal was.” Hij speelde van alles: foxtrots, boogiewoogie, ragtime, filmmuziek, blues, tango, pop, walsen van Strauss en cabarettunes.

Jazz vond Rick ook walgelijk. Joep, zijn oudere broer met wie hij thuis de kamer deelde, draaide platen van Miles Davis, terwijl Rick zelf eigenlijk alleen maar de klassieken kende. Piet Vincent was van oordeel dat het voor Rick goed was om ook het pad van de jazz te verkennen. Via contacten van zijn broer Joep begon Rick aan te schuiven bij jazzcombo’s in bars in Haarlem. Meespelen om te ontdekken wat er muzikaal allemaal te koop was.

Maar om jazz te kunnen blijven spelen moest hij toestemming hebben van de directeur van het conservatorium, want de vingertechniek is totaal verschillend. Bij klassiek is dat heel gecontroleerd in tegenstelling tot bij jazz. De directeur wilde zeker weten dat Rick die techniek uit elkaar kon houden. Na een test kreeg Rick toestemming om ’s avonds bij te klussen. Het was zijn enige manier om te overleven: overdag klassieke muziek studeren en lesgeven, dan een halve dag de piano niet aanraken om zich ’s avonds volledig op jazz te concentreren. 

In de Haarlemse Jazz Club maakte Rick kennis met jazzpianist Louis van Dijk. Toen Rick Louis hoorde spelen en raakte hij gefascineerd door diens benadering van jazz. De jazzinvloeden van Louis van Dijk zijn in Ricks improvisaties onmiskenbaar terug te horen.

In die tijd leerde Rick ook de saxofonist Ferdinand Povel kennen, met wie hij een kwartet oprichtte: het Ferdinand Povel Quartet. Maar na een jaar stapte Rick over naar de Occasional Swing Combo om te zien wat popmuziek precies inhield.  

In het voorjaar van 1967 speelde Rick met zijn Occasional Swing Combo in dezelfde zaal in Haarlem als de eveneens lokale band Ekseption. Trompettist Rein van den Broek van Ekseption kende Rick al uit het Haarlemse jazzcircuit en hij was al onder de indruk van Rick zijn pianospel. En dat was deze avond weer het geval. Daarop stapte Rein op Rick af met de vraag of hij de band Ekseption wilde komen versterken. Ekseption was op dat moment geformeerd rond de persoon van Rob Kruisman, die veel instrumenten bespeelde (w.o. gitaar en sax) en zong en liveshows gaf waar de stukken van af vlogen. De naam ‘Ekseption’ was ooit geprikt uit een woordenboek, maar het moest wel uitzonderlijk worden gespeld, vonden ze toen. Rick stemde toe, trad toe tot Ekseption en als nieuwe toetsenist, opvolger van zijn voorganger Johan Timmers, en nam het Farfisa-orgel van Rein van den Broek over voor fl. 1750,- . Dat orgel werd in wekelijkse  termijnen afbetaald.

 

In 1968 schreef de band zich in voor het Loosdrechtse jazzconcours. De band speelde voornamelijk nummers van Art Blakey, Dizzy Gillespie en Canonball Adderley. De competitie bestond uit één verplicht nummer (Dizzy Gillespies “Taboe”), en twee vrije keuzes. Dat werden Art Blakey’s “Avila at the Tequila” en “De Sabeldans”, het laatste nummer overigens in een arrangement dat leek op dat van de Engelse groep “Love Sculpture” die het nummer pas had opgenomen. Ekseption kwam binnen met Marshall-versterkers en dat was nog nooit vertoond op een jazz festival. Max van Praag, de organisator, tikte Rick op de schouder en zei: “Zeg vrind, als jij teveel herrie maakt, schop ik je zo weer de deur uit. Want dat kunnen we niet hebben!”

 

Maar tot ieders verbazing won Ekseption daar de eerste prijs. De eerste prijs leverde direct een platencontract op. Eén van de juryleden in Loosdrecht was Tony Vos, saxofonist, maar tevens artistiek directeur bij Phonogram. Tony Vos heeft de groep onder zijn hoede genomen en intensief begeleid. Hij heeft de band, als producer, uiteindelijk tot grote hoogten gebracht.

Het repertoire van Ekseption bestond op dat moment in feite uit drie uur dansmuziek, omdat de band hoofdzakelijk speelde op schoolavonden en in danstenten. De beoogde uit te brengen singles waren covers van thema’s van Bix Beiderbecke (een jazz cornet speler overleden in 1931), en ‘Barnacle Bill the Sailor’, een soort carnavalslied over een zeeman die allemaal verschillende havens aandeed. Phonogram vond het helemaal niets. Dus dat ging niet door, maar ze hadden niets anders.

 

De voormalige bassist van Ekseption, Hans Alta, volgde de groep nog steeds met interesse en kwam met het idee om de Sabeldans van Khatchaturian, die ze op het concours in Loosdrecht ook al gespeeld, op te nemen hetgeen duidelijk in het straatje van Rick paste. Rick had tijdens zijn conservatoriumstudie, geïnspireerd door de Britse groep The Nice, met toetsenist Keith Emerson, al eens een bewerking van De Vijfde gemaakt (met een slagwerkpartij erbij) en zag het idee om een klassiek stuk bij de kop te pakken helemaal zitten. En zo heeft de band, onder stimulerende leiding van producer Tony Vos, de klassieken “De Vijfde” van Beethoven en de “Sabeldans” van Khatchaturian opgenomen. Deze twee nummers zouden samen op single uitkomen.

De Sabeldans zou als A-kant van de eerste single verschijnen, maar de groep was net te laat. De Engelse groep “Love Sculpture” had met een eigen versie van de Sabeldans net een hit gemaakt. Toen werd besloten om de dan maar De Vijfde van Beethoven als A-kant op te nemen. Maar voor de intro van De Vijfde was een orkest nodig en een compleet orkest inhuren was veel te kostbaar. Toen werd voor de beroemde intro een bandopname gebruikt van een Oost-Europees orkest. Daar hoefden ze bovendien geen rechten over te betalen.

De single  “The Fifth” werd uitgebracht op 20 maart 1969. De discjockeys zagen het product commercieel helemaal niet zitten en er werd op de radio dan ook weinig aandacht aan het nummer besteed. Maar de enige die in het nummer geloofde was, Tineke de Nooy (toen nog: Tiiiineke) van Radio Veronica, die The Fifth elke dag draaide in  haar programma “Koffietijd”. Tineke heette toen nog voluit Tineke Vos, getrouwd met … inderdaad:  Tony Vos!

En na zes weken begon het ineens te lopen en binnen drie maanden was The Fifth nummer twee op de Top Veertig. Dat  was medio 1969.

In de zomer van 1969 werd Haarlem het Hartewensfestival georganiseerd. Henri Arends, dirigent van het  Noordhollands Philharmonisch Orkest, wilde daarmee verschillende muziekstijlen aan jongeren laten horen. Toen Rick dat hoorde, wilde hij graag natuurlijk samen de Vijfde uitvoeren samen met het NhPhO. Arends vond dat een prachtig idee, maar de leden van het orkest weigerden om samen te spelen met een popgroep. Dat was ver beneden hun waardigheid: van klassiek moest je afblijven. En Ekseption speelde het toen alleen op het festival. Het werd op tv uitgezonden en dat leverde, mede door de rel, heel wat publiciteit op.

Bij een volgende gelegenheid heeft Rick anders aangepakt. Als klassiek geschoold pianist heeft hij het orkest nadien toch kunnen overtuigen. Het recept werd toen als volgt: voor de pauze doet Rick met het orkest mee. Als solist bij het Philharmonisch Orkest neemt Rick het volledige derde pianoconcert van Beethoven voor zijn rekening. En na de pauze doet het orkest mee met Rick en Ekseption. En dat werkte! De tijden veranderden snel: het album Ekseption 00.04 (1971) van twee jaar later is compleet opgenomen met een symphonie-orkest!

Rick was een virtuoze toetsenist - denk maar aan het onnavolgbare toetsenwerk uit Peace Planet, ook een thema van Bach - en een zeer creatieve en stimulerende geest. Maar tegelijkertijd was hij een eigenzinnige leider. Rob Kruisman verliet de groep. Door Ricks invloeden was het ‘zijn’ muziek niet meer. En pers en publiek wilden graag een leider zien, iemand die naar buiten trad en het woord voerde. Afgesproken werd dat Rick dat zou gaan doen. En Ekseption ging verder op de ingeslagen weg, met Rick, barstens vol ideeën.

En in een vergadering werd besloten dat ook Rick nu zijn haar moest laten groeien.

Het succes van De Vijfde heeft het hele karakter van de band veranderd. Inmiddels was ook de eerste LP op de markt gekomen, met nog meer bewerkingen van klassieken, en ook die werd een groot succes. De bandleden moesten toen een keuze gaan maken: zouden ze amateur blijven of moesten ze professional worden?

Met zijn conservatoriumopleiding beschikte Rick al over een gedegen basis voor zijn latere leven, dus hij koos nu voor de wijde wereld! Een enkeling verliet de groep en koos voor de zekerheid van de vaste baan in het onderwijs, maar de meesten gingen met Rick mee de wereld van de professionele musici in.

Rick was de enige klassiek geschoolde musicus in de band: hij wist waarover hij sprak en hij wist wat hij wilde. Hij arrangeerde alle orgelpartijen, Rein van den Broek nam de partijen van alle blazers voor zijn rekening.

 

En zo was ook de basis gelegd voor de latere successen. “Ik vind best dat je muziek van een componist mag bewerken”, vond Rick later, “zolang je het maar in de klassieke sonatevorm doet: je begint met het thema van de componist, daar moet je verder niet aan rommelen. Maar in het tweede deel is Rick aan de beurt, dan kan er gefreakt worden, om vervolgens in het derde deel weer terug te keren bij het thema.”

En dat is ook precies wat er meestal gebeurt. Wat herkenbaar is in Ricks spel is allereerst natuurlijk zijn intro in het klassieke thema, daarna gaat hij helemaal los, waarin jazz, populair en geheel andere klassieke thema’s elkaar afwisselen in een zeer ingewikkelde toetsenpartij, om ten slotte weer te eindigen in het klassieke thema waarmee was begonnen. 

Vrijwel na de eerste successen is Rick aan zijn beroemde klavieropbouw begonnen, de een boven de andere. Hammond, Hohner Clavinet, Mellotron. Hij noemde de opstelling “zijn cockpit” en dat was het in feite ook.

In zijn toetsenwerk is de onbetwiste hoofdrol weggelegd voor het Hammondorgel, aanvankelijk de Hammond M3 en later de Hammond B3, afgewisseld door de vele andere toetsinstrumenten.

Herkenbaar is de vaak vloeiende akkoordenlijn op de Hammond en daarover heen, live of gedubt, de clavecimbel. Het voor Rick zo kenmerkende clavecimbelgeluid is door hem geïntroduceerd in de pop.

De successtory is bekend. De band maakte de ene hit na de andere, volgens het inmiddels vaste recept, eigen nummer opgebouwd rond een klassiek thema. Alle bekende componisten moesten er aan geloven, want het bleef niet alleen bij Beethoven. Namen als Gerswin (Rhapsody in Blue), Albinoni (Adagio), Bach (Air, Italian Concerto) volgden en deze bewerkingen werden eveneens grote hits.

 

Rick was ook verantwoordelijk voor de zgn. conceptalbums, een noviteit in die tijd, albums opgebouwd rond een bepaald thema. Zoals “Beggar Julia’s Time Trip”, een reis door de tijd langs de klassieken. “Ekseption 3” was gebaseerd op het verhaal “Le Petit Prince” van Antoine St. Exupéry. Het werden allemaal successen door het bezielende maar ook vasthoudende leiderschap van Rick, dat niet altijd werd gewaardeerd. In de band werd hij soms dan ook ‘Ricktator’ genoemd.

 

De tweede LP “Beggar Julia’s Time Trip” uit 1971 was in feite een pop-opera, een Romeo en Julia verhaal waarin hij ook veel van zijn eigen ervaringen heeft verwerkt. Bij de verfilming door de AVRO kreeg de bij de jeugd toen mateloos populaire popdanseres Penney de Jager uit Den Dolder de hoofdrol. Ze was in die tijd in vrijwel alle popprogramma’s te zien. Rick werd totaal verliefd op haar en ze trouwden al heel snel, in het geheim, op Slot Zeist op 6 augustus 1971.

 

De volgende LP “00.04” bestond uit veel eigen werk in de combinatie: rockband en groot orkest. De opnamen op het Kerkorgel waren gemaakt op het orgel van de Sint Bavo in Haarlem

 

Ekseption was inmiddels vijf jaar bij elkaar. Ze reisden van hotel naar hotel. Rick stelde als professional – terecht - hoge eisen aan de anderen. Maar waar de anderen 8 uur per dag muzikant waren, was  Rick dat 24 uur per dag. Na een optreden zat Rick ’s nachts alweer achter zijn synthesizer om te componeren.

Na een paar zware en intensieve jaren waren er veel successen geboekt: zeven gouden LP’s, sommige platina in diverse europese landen. “The Fifth” (1969), “Beggar Julia’s Time Trip” (1969), “Ekseption 3” (1970), “00.04” (1971) “5”(1972), “ Trinity” (1973) en het compilatie-album “Best of Ekseption”.

Maar dit alles had veel van alle leden van Ekseption geëist. De band reisde heel de wereld over en heeft op alle grote podia gestaan. Olympia in Parijs, Philharmonie in  Hamburg, Palladium in Londen. Verder: Keulen, Stockholm, Sicilıë, Israël. En ze stonden ook regelmatig samen op de podia met andere grote namen uit die tijd, zoals Pink Floyd.

Er kwam jaloezie en er kwam ook een einde aan het leiderschap van Rick bij Ekseption. Op een zekere morgen stond zijn orgel op de stoep, zonder vooroverleg daar neergezet door zijn bandleden. Rick verliet de groep in 1973. Hij trok zich terug om zich te bezinnen.

Er volgde een rechtszaak om de naam. Maar Ekseption was inmiddels Ricks muziek geworden, Ricks stijl en Ricks groep. De rechter wees de naam Ekseption dan ook toe aan Rick. Maar Rick was er ook moe van. Hij wilde wat anders. Hij heeft een regeling getroffen met de andere bandleden, waardoor zij de naam mochten gebruiken. De volgende dag gingen de anderen al op tournee, met een andere toetsenist, Hans Jansen, die inmiddels al was ingewerkt. Maar na twee vervolgalbums in deze veranderde samenstelling en met andere muziek was het toch gedaan met Ekseption.

Rick was inmiddels - het is nu in 1973 - een eigen trio begonnen onder de naam Ace.  Hij wilde zich helemaal toeleggen op de symponische rock, met een dominante rol voor het orgel en toetsen. Verder alleen met bas en drums. Rick was in zijn Ekseptiontijd al geïmponeerd geraakt door Hammondorganisten als Brian Auger van de Britse formatie Trinity en door Keith Emerson van The Nice. Na een  bezoek aan een concert van The Nice in Nederland was Rick totaal geïmponeerd geraakt door het enorme krachtige optreden van de eveneens klassiek geschoolde Hammondorganist van de groep: Keith Emerson, die ook klassieke stukken, als het Brandeburger Concert van Bach, tussen de rock verwerkte. Dat vond hij helemaal geweldig. En dat wilde hij ook!

Hij vroeg Jaap van Eik (o.a. Cuby & the Blizzards, en Pierre van der Linden  op slagwerk (o.a. Brainbox en Focus). Net als eerder de bandleden van Ekseption repeteerden ze in Ricks huis in aan de Hertenlaan in Den Dolder. Zware stukken, veelal geënt op klassieken, maar met een zware rocksaus erover. Rick had weer heel wat instrumentarium om zich heen gebouwd.

Het platenlabel Phonogram wilde Rick met zijn nieuwe muzikale avontuur graag terug in de artiestenstal, maar Rick stond op het punt om te gaan kiezen voor CBS, destijds een zeer groot en populair label. Toen Phonogram daarop over de brug kwam met een uitstekende financiële regeling en een volledige artistieke vrijheid was dat voor Rick zo’n offer you can’t refuse. Het werd dus wederom Phonogram. Daarna bleek dat de naam ACE al was gedeponeerd door een Engelse groep. Daarop veranderde Rick de naam in Trace. Dat was in mei 1974.

In september 1974 kwam de stormachtige eerste LP “Trace” uit, die meteen LP van de maand werd.

 

Reeds begonnen met de klavieropbouw in zijn Ekseptionperiode werkte hij toe naar een complete cockpit in de periode van Trace. Hij beschikte uiteindelijk over 24 instrumenten, waaronder een gloednieuwe Hammond B3, beschikbaar gesteld door de Firato, op conditie dat Rick een uitgebreide fotosessie zou doen met het instrument; verder een Hohner Clavinet, een Steinway grand piano, een Yamaha en een Bösendorfer vleugel,  een Mellotron (een apparaat dat banden met gesamplede geluiden liet ‘loopen’, waardoor en een doorlopend stringseffect ontstond), Optigan Music Maker, een speciaal voor hem gebouwde RiHa Classica, met toonwielen, destijds een heel revolutionair orgel, als vervanging voor het kerkorgel,  Synti-A synthesizer, ARP 2600 synthesizer, Mini Moog, Solina Strings ensemble, e.v.a.

Rick kon zich in dit project helemaal uitleven zoals Keith Emerson, zijn grote voorbeeld, dat altijd deed. Rick was een virtuoze toetsenist, die een geweldige show neerzette, waarbij net als Keith Emerson compleet met orgels werd geschoven.

Van de eerste LP van Trace zijn 50.000 stuks verkocht en daarmee werd de eerste LP meteen goud. Trace was internationaal ook zeer succesvol.

Maar in Nederland viel de belangstelling na de eerste LP al snel tegen. Na een aantal wisselingen van samenstelling, waarbij zelfs oud-Ekseptionleden toetraden, was het in 1978 toch afgelopen met Trace.

Rick heeft in die tijd ook een periode voor Yamaha gewerkt op de zgn. wondermachine GX1, destijds de top van wat technisch bereikbaar was. Een monster  dat 26 synthesizers bevatte en ca ƒ 200.000,- kostte. Rick heeft op deze GX1 ook filmmuziek gecomponeerd. In zijn Yamaha-jaren speelde hij op een CP70, CS80 en hij heeft een complete plaat opgenomen op het toenmalige topmodel, de GX1: genaamd ‘Wild Connections”.

 

Op voorstel van manager Frits Hirschland is Rick naar Rein gestapt om alles uit te praten. De mannen hadden elkaar lang niet gesproken. Na een nacht lang doorpraten vielen ze elkaar in de armen en besloten ze om met de oude club Ekseption weer op te starten. En dat is gelukt.  De LP’s “Ekseption 78” en “Dance Macabre” volgden, maar beide albums hadden niet bijzonder veel succes. Op het album “Ekseption 78” is de GX-1 is ook te horen.

Tijdens één van de concerten, in Wenen, viel Rick van zijn kruk maar hij speelde toch door. Er bleek sprake van een verwaarloosde suikerziekte. Rick zou zich daarop meer gaan toeleggen op solo- en duo projecten.

Rein en Rick hebben in 1980 een duoalbum gemaakt met de naam “Cum Laude”, met enkele oud- Ekseptionleden als gast. Dat album werd goud.

En hij werd gevraagd voor vele, ook buitenlandse, producties. Hij componeerde ook de muziek voor de Franse/Italiaanse film met Alain Delon en Catharine Deneuve getiteld "Fantasie Chez Les Plous"

Tussen de bedrijven door was Rick ook bezig met allerlei verschillende producties. In 1978 heeft hij de filmmuziek gemaakt voor de Nederlandse speelfilm ‘Nacht zonder Zegen’. In 1974 had hij al de complete muziek geschreven voor de Nederlandse tv-serie ‘Dynasty der Kleine Luyden”, een productie van Willy van Hemert. Maar de serie stopte al na zeven afleveringen, hoewel er 15 waren voorzien. En Ricks muziek verdween in de kast.

De tweede periode van het oude Ekseption, die was begonnen met de herstart van 1978, eindigde in 1982, toen Rick er zelf even uit moest wegens persoonlijke problemen. Zijn veelbesproken huwelijk met de beroemdste popdanseres van Nederland, Penney de Jager, was op de klippen gelopen.

En ook met zoon Rick junior waren problemen. Rick en Penny gingen uit elkaar.
Rick keerde terug tot zijn orgel en zijn clavecimbel.

Tussen 15 januari 1983 en 9 april 1983 heeft de VARA een zesdelig serie uitgezonden van afleveringen van ca 15 minuten, genaamd: “Rick van der Linden’s Orgelcursus”. Het was een cursusprogramma voor electronisch orgel voor beginners, gepresenteerd door Rick van der Linden en Berdien Stenberg. De eerste aflevering, met de spannende naam Drawbars en wippers, voeten en pedalen, zwelpedaal  besteedde aandacht aan het orgel. De volgende afleveringen gingen allemaal over de muziek en speeltechniek.

In 1981 ontmoette Rick psychologe Inez Zwart uit Hoogeveen. Dat klikte meteen. Inez werd eerst zijn manager maar gaandeweg ook zijn grote steun en toeverlaat. Rick en Inez zijn getrouwd in 1989.

 

In die tijd werd Rick vaak uitgenodigd voor buitenlandse producties met Joachim Kuhn, Deep Purple, Phil Collins, Vangelis, Jack Lancaster en Brand Eggs waarmee hij in totaal 48 muziek albums in elkaar zette, waarvan naar schatting 6 miljoen werden verkocht. In Nederland vormde Rick samen met Robbie van Leeuwen (van "Shocking Blue" met de hit "Venus") de band Mistral wat resulteerde in 3 top 10 hits. In Duitsland produceerde Rick 2 albums, een met de bekende Roemeense Panfluitspeler Katalin Tereblea en met Chris Hinze met wie hij een piano album maakte in de studio van Jacques Loussier in Zuid Frankrijk. Daar Rick de eerste Synthesizer speler van Holland was kreeg hij zodanige kennis en ervaring dat hij zowel nationaal als internationaal meester klassen begon te geven.

Hij leverde 3 Europese Kampioenen af en de eerste Nederlandse Wereldkampioen die het Festival in Tokio won.

In 1988 besloten Rein en Rick opnieuw samen te werken en ze brachten een tweede album ‘Cum Laude’ uit

Een jaar later, 1989, volgde de LP “Ekseption 89” met enkele oudgedienden.  Maar daarna hield het weer op. De concerten wilden niet meer en Rick raakte uit beeld en verrichte diverse muzikale opdrachten, o.m. voor Farfisa.

In 1993 kwam er een telefoontje uit Duitsland met het verzoek om een herstart van Ekseption. Rick besloot er op in te gaan en zou de andere oud-bandleden bellen. Met enige wisselingen in samenstelling ging Ekseption weer van start.

In 1994 werd dan eindelijk een 'live' cd uitgebracht: “The reunion, korte tijd uitgebracht als “Best of Ekseption”. De opnames werden in november 1993 gemaakt in het Kurhaus in Eberbach en in de Meistersingerhalle in Neurenberg met als bezetting: Rick van der Linden, Rein van den Broek, Dick Remelink en met medewerking van Max Werner en Frans Muys van der Moer.

Maar tijdens de tournee in Duitsland was  Rick moe, heel moe. Hij bleek veel problemen met zijn nieren te hebben als gevolg van een verwaarloosde suikerziekte. Deze tour betekende daarom voor hem het einde van Ekseption.

Inmiddels waren Rick en Inez woonachtig in België woonachtig, in Ortho, in Wallonië. Daar woonden ze in alle rust. Rick speelde daar veel op het plaatselijke kerkorgel.

In januari 1995 keerden ze terug naar Nederland en gingen voor zes maanden per jaar wonen in Voorthuizen. De andere zes maanden per jaar woonden ze in Toronto, Canada, omdat de kinderen van Inez uit een eerder huwelijk allemaal in Canada woonachtig waren.

In hun huis in Voorthuizen schreef Inez een aantal kabouterverhalen. Inez schreef als kind al graag verhaaltjes. Ze had altijd al een wens om kinderboeken te schrijven en omstreeks 2000 was het zover en ontstond de serie Kabouterland, in 12 deeltjes.

Rick was zeer enthousiast over Inez’ vertelkunst met de kabouterverhalen en maakte er ‘kaboutermuziek’ bij. De bedoeling was om de boekjes Kabouterland ook met muziek uit te brengen. Maar zover kwam het helaas niet.

Rick kreeg gaandeweg grote problemen met zijn gezondheid. Zijn suikerziekte, waaraan hij al sedert zijn jeugd leed, verzwakte zijn gezondheid aanzienlijk, zijn nieren werden slecht en ook zijn gezichtsvermogen raakte hij vrijwel kwijt. En hij woog op zeker moment nog maar 47 kg. Aan het eind van de jaren negentig heeft Rick een aantal zware operaties, waaronder een  viertal oogoperaties, ondergaan. Daarna heeft hij daarna keihard gewerkt om weer terug te kunnen keren. Inez was daarbij permanent zijn grote steun.

Rick besloot wat doen met de stem van Inez, een zeldzame falset sopraan, die klinkt als een jongetje van 13.

Het paste ook goed binnen de symphonische rock, vond Rick. Hij had, zoals hij dat zelf zei, nog “dozen vol geprogrammeerd Ekseptionwerk met blazers, slagwerk e.d.” maar zonder de toetsenpartijen. “Je drukt op de sequencer en alles gaat lopen, je speelt zelf mee en het lijkt net echt” aldus Rick in 2001.

‘Bist du bei mir’ vond Rick als kind al zo mooi. Het werd ‘hun’ song, met zang door Inez. Hij schreef het nummer  “Song for Nikki’s voice” speciaal voor Inez, die hij altijd liefdevol Nikki noemde. Een stuk zonder woorden, alleen melodieën, gezongen in klanken, waarbij eens tijdens een uitvoering in een kerkje door de hoogste noten van Inez een raam barstte.

Via Inez kwam Rick in contact met de Arnhemse impressario Willem Hubers, die vroeg waarom Ekseption niet weer opnieuw begon? Anno 1999 waren andere bands uit vroeger tijden zoals Playback, Focus en Alquin aan een succesvolle revival begonnen, dus het paste in de tijdbeeld. Rein van den Broek speelde inmiddels al enige jaren niet meer, dus de naam Ekseption lag weer op de plank. Maar Rick wilde dan wel iets anders, met het kerkorgel centraal, met een jankende gitaar ernaast, met mooie melodieën en een rockondergrond, m.n. gerealiseerd door het slagwerk. Na opnamen met Jan Akkerman in de Grote Kerk van Naarden had Rick de combinatie van electrische gitaar met kerkorgel helemaal ontdekt. Op dat moment stond Rick op het punt om weer naar zijn familie in Canada te gaan. Het idee werd tijdens zijn verblijf daar, thuis in St Catharines, Ontario, verder uitgewerkt. Rick heeft in Canada jonge bandleden aangezocht en heeft er veel gerepeteerd. De melodieën werden gezongen door Inez. Daarna besloten ze het concept uit te proberen in kerken, omdat Rick niet over een digitaal kerkorgel beschikte. Dat concept bleek een groot succes. Rick kreeg weer alle vertrouwen in de toekomst en besloot met dat concept verder te gaan.

ekseptionband

Rick begon met de groep in Canada, onder de oude naam Ekseption. Hierna volgende optredens in Noorwegen,  Zweden en in Duitsland. Naast de optredens vooral in het buitenland heeft Rick nieuw materiaal gecomponeerd wat heeft geresulteerd in een dubbel CD "Rainbow", live uitgevoerd met kerkorgel en groep.

Daarna kwam het orgelmerk Johannus op Ricks pad, met een gesampled digitaal kerkorgel, de Johannus Monarke, waarvan Rick zeer onder de indruk was. In 2001 werd de CD Vivace opgenomen, met andere musici (waaronder Peter Weekers, panfluitist van Flairck) en Inez die zong.

 

Vivace was geheel opgenomen op het digitale kerkorgel van Johannus, de Monarke. Op deze cd werden oude bekende klassieken op de bekende Ekseptionwijze, maar in andere arrangementen, door Rick vertolkt. De bewerkingen kregen daarom ook andere namen, veelal geïnspireerd door (de namen van) zijn tweede vrouw Inez en haar kinderen en kleinkinderen

Intussen verscheen in mei 2002 de CD "Verandering" met bewerkingen van liederen uit de bundel van Johannes de Heer.

De nieuwe band van Rick, bestaande uit Rick en Inez en enkele Canadese musici, zou in het nieuwe concept in de Nederlandse theaters spelen onder naam Ekseption, ook al was Rick de enige die van de oude groep over was. En in 2003 heeft een trouwe schare van fans aldus voor de laatste maal Rick live meegemaakt. In de zomer van 2003 volgde een laatste tournee door Nederland, België en Duitsland. Zijn podiuminstrumentarium bestond toen uit drie instrumenten: een digitale vleugel van Roland, het allernieuwste digitale Hammond B3 met Leslie en een enorm digitaal kerkorgel van Johannus.

  

Maar Rick was inmiddels ziek en moe, maar hij werd door Inez op de been gehouden. Hij had nieuwe lenzen in zijn ogen en zijn nieren waren kapot door de suikerziekte, waardoor hij verschillende keren per dag werd gedialyseerd. Maar toch zat Rick boordevol met plannen en hoop voor de toekomst. In 2004 zou een tournee moeten komen met een symphonie-orkest van 80 man. Dat zou de toekomst van Ekseption moeten worden, maar dat mocht er helaas niet meer van komen.

In 2003 werd met hulp van Rein van den Broek videomateriaal op DVD gezet met als titel The story of Ekseption. De opnames omvatten interview, clips, documentaire en livemateriaal onder andere uit Israël, Frankrijk en Italië. Deze DVD bevat onder meer een deel niet eerder in het openbaar getoond materiaal. De DVD kwam ook uit met een extra CD, de live-opnames uit Duitsland van 1993. De CD kreeg in deze uitgave de nieuwe titel "Live in Germany".

In het voorjaar van 2005 verhuisden Rick en Inez naar Hoogeveen, waar Inez oorspronkelijk vandaan komt. Dat was ook niet ver van Groningen waar Rick een nieuwe nier kon krijgen. Ze betrokken een appartement in het centrum van Hoogeveen, ca 200m verwijderd van de Hoofdstraatkerk. Rick heeft dat jaar het kerkorgel in Hoogeveen veel bespeeld, hoewel zijn krachten snel afnamen.

In het najaar van 2005 is Rick opgenomen in Groningen om een niertransplantatie te ondergaan, maar hij liep als complicatie een longontsteking op. Op 19 november 2005 heeft Rick een herseninfarct gekregen en aan de gevolgen daarvan is hij op 22 januari 2006 overleden.

De “kleine grote man”, zoals Ruud Jansen hem bij de herdenkingsdienst in Hoogeveen liefdevol betitelde, was niet meer.

De afscheidsbijeenkomst in de kerk van Hoogeveen op 27 januari 2006 was een tribute aan “Rick de muzikant”, de man die zovelen met zijn muziek heeft geïnspireerd, geboeid en verblijd.  Jan Vayne bespeelde op een prachtige en virtuoze wijze het kerkorgel, dat tot tijdens zijn ziekte regelmatig door Rick zelf was bespeeld, en een gelegenheidsformatie van oud-Ekseptionleden (met o.m. Dick Remelink) o.l.v. Ruud Jansen, zelf ooit leerling van Rick. Trompettist Rein van den Broek was bij het afscheid aanwezig, maar hij speelde niet mee.

Gegroepeerd rondom de kist, speelde de band tijdens de herdenkingsbijeenkomst een zevental bekende Ekseptionhits.

Rick heeft zelf ooit gezegd: “Ik heb altijd de beste willen worden in mijn vakgebied en vooral heb ik apart willen zijn. Muziek is een uitingsvorm waarvan ik alles wil weten, of het nu klassieke muziek is, popmuziek, jazzmuziek, filmmuziek, cabaretmuziek of nachtclubmuziek. Elke soort muziek heeft z'n waarde, en wie dat alles bij elkaar veegt, krijgt Ekseption, en dat ben ik. Want waar ik ook ga of sta, ik draag het overal met me mee."

En zo zal Rick ook altijd worden herinnerd.

 

Bronnen

  • Frans van der Beek, boek “Ekseption”, Apeldoorn 1973
  • Leo Hoekstra, Interview Rick “Ekeption, herboren met de Canadezen”, IoPages 2002
  • Ed van Tellingen, interview Inez van der Linden-Zwart, Leeuwarder Courant, 29 april 2016
  • Gesprekken met Inez Van der Linden - Zwart, maart en september 2020
  • Wikipedia
  • www.ekseption.eu

Nadere informatie

De serie Kabouterland was na de ziekte van Rick blijven liggen, maar Inez heeft besloten om de serie alsnog uit te brengen, ook al omdat Rick daar zelf al op aandrong. Bij de boekjes hoort muziek van Rick die via een QR-code is op te vragen. In de verhaaltjes komt Rick zelf ook tot leven, als Kabouter Rinkel. “Omdat hij zelf vroeger veel kettingen en armbanden om had; ik hoorde hem van ver aankomen” zoals Inez toelichtte.

Er wordt voorts aan gewerkt om ook andere muziek die Rick componeerde de komende jaren uit te brengen.  

Zoals bewerkingen van Bach, een complete bewerking van de Matthäeus Passion, solo projecten en de klassieke muziek die hij componeerde voor de televisieserie ‘Dynasty der Kleine Luyden”.