James Brown



Natuurlijk bekend bij de meesten van ons als soul-zanger met zijn fenominale dans-talenten, maar een andere kant van hem was, dat hij ook het Hammond orgel veelvuldig bespeelde en op aardig wat opnames te horen is. Niet zo grandioos als de "beroeps-organisten" als Smith, Holmes, Scott of McGriff, maar zijn orgelspel was zeker niet onverdienstelijk. Voor we aan zijn "orgel-carriëre" beginnen, eerst even een stukje algemene informatie over het onstuimige leven van deze geweldige artiest. 

James Brown zou geboren zijn in Barnwell (South Carolina) in 1933, maar sommige bronnen noemen 1928 als zijn geboortejaar en Pulaski (Tennessee) als zijn geboorteplaats. Omdat zijn ouders niet voor hem konden zorgen groeide hij op in het bordeel van zijn tante in de crisisjaren '30 in Augusta (Georgia). Hieronder op 9 jarige leeftijd.

Op 16-jarige leeftijd werd hij veroordeeld voor een gewapende overval. Na drie jaar werd hij op voorspraak van Bobby Byrd vrijgelaten op voorwaarde dat hij zich niet meer in Augusta zou laten zien en dat hij een baan zou zoeken. Na een korte sportcarrière in boksen en baseball zocht hij zijn heil in de muziek.



Hij was vier keer gehuwd, achtereenvolgens met Deidre Jenkins, Velma Warren (1954 - 1969) en Adrienne Rodriguez. Dit laatste huwelijk hield twaalf jaar stand tot z'n vrouw in 2002 overleed. In dat jaar trouwde James Brown een laatste keer, met Tomi Rae Hynie.

Gedurende zijn carrière heeft hij veel muzikanten beïnvloed. In de jaren '60 werd hij door andere artiesten geïmiteerd. Halverwege de jaren 70 verlieten diverse muzikanten zijn band en gingen meer de funkkant op, à la George Clinton. In de late jaren '70 tot eind '80 was Brown een inspiratiebron voor rap, breakdance en hiphop. Dj's als Grandmaster Flash gebruikten veelvuldig samples van Browns werk. In de jaren 80 was hij de meest gesampelde artiest ter wereld. Met de Egyptische zanger Hakim zong hij 'Leila' (2004).

Brown wordt vaak The Godfather of Soul, Soul Brother Number One en Mr. Dynamite genoemd. In 1983 werd hij opgenomen in de Georgia Music Hall of Fame, in 1986 in de Rock and Roll Hall of Fame en in 2006 in de UK Music Hall of Fame en natuurlijk ook in "The Walk Of Fame":

Naast zijn muzikale carrière werkte Brown ook aan een zakencarrière. Hij bouwde een imperium van radiostations, hotels, clubs en restaurants op. Toen zijn succes afnam was hij gedwongen bijna zijn hele zakenimperium te verkopen.
Hieronder probeert hij een digitale Hammond uit in de Duitse Hammond Organ Studio.



Eind jaren '80 moest Brown opnieuw enkele jaren in de gevangenis doorbrengen, nadat hij mensen met een geweer had bedreigd en zijn arrestatie wilde ontlopen. Na zijn vrijlating in 1991 toerde hij als levende legende over de wereld.

In december 2004 werd bij Brown prostaatkanker vastgesteld. Hij overleed op 73-jarige leeftijd op eerste kerstdag 2006 om 07:45 uur CET, nadat hij een dag eerder in het ziekenhuis was opgenomen met een longontsteking. De doodsoorzaak was congestief hartfalen veroorzaakt door de longontsteking. Honderdduizenden mensen namen in New York afscheid. Het stoffelijk overschot van de zanger reed aan boord van een paardenkoets door onder anderen de zwarte wijk Harlem.


Hierna werd James Brown opgebaard in het legendarische Apollo Theater. De kist bleef zeven uur lang open op het podium van de concertzaal, zodat fans, familie en collega's hem de laatste groet konden brengen. Diverse sterren als Michael Jackson, Stevie Wonder, Aretha Franklin, Dionne Warwick, Isaac Hayes en Smokey Robinson deden dat.


De uitvaart vond met publiek plaats in de James Brown Arena in Augusta.

In maart 2007 werd bekend dat het lichaam van James Brown verplaatst is naar een crypte bij het huis van een van zijn dochters in Columbia (South Carolina).

Door een interne familiestrijd is het stoffelijk overschot daarna meerdere malen verplaatst en zijn volgens weduwe Tomi Rae Hynie zijn benen geamputeerd voor DNA-onderzoeken.

Hier dan zijn "Hammondorgel-Carriëre".

Al in 1953 begon hij een hechte samenwerking met "The Flames", een vocal groep, die naast vocale ondersteuning ook veel choreografiën voor James verzorgde. Deze samenwerking zou duren tot 1968. The "Flames" bestond uit: Bobby Bennett (geboren 1938), Bobby Byrd (1934 - 2007), Lloyd Stallworth (1942 - 2002) en Johnny Terry.
Hieronder de "Flames" met aan het orgel James Brown.

Hier een leuk optreden in een ski-hut.
 

Een van zijn eerste "Hammond-projecten" was het album "James Brown Grits & Soul" uit 1964:




 

Ook speelde hij op zijn LP:  "Messin'Around".



In 1966 maakte hij het album: "A hand full of soul" ook met James' Hammond ondersteund.



Ook in 1966 verscheen: James Brown "Today & Yesterday"





In 1975 "At The Organ", een single getrokken uit "Grits & Soul".





Hieronder een uitvoering voor waarschijnlijk Zuid-Amerika:



 

In 1976 maakte hij "James Brown Plays The Real Thing".



James Brown gebruikte meerdere Hammonds, waaronder de C3 en de B3. In het Smithsonian National staat een B3 van hem (zie foto hieronder), die op een bijzondere wijze gepersonaliseerd en beschermd is. De percussie is uitgebreid met een TREK II-systeem.



Hier is een van zijn allerlaatste grote laatste concerten op 27 October 2006 in de "Roundhouse" in London te zien. Hij speelt hier geen orgel meer.

Hier nog een lekker stukje van hem op Hammond.