Tekst en afbeeldingen oefeningen: Guus Essers
Artikel uit Turning Wheel 2025-1
Toetsenman Radam Schwartz is het nieuwe jaar 2025 goed begonnen met een spetterend concert in New York met zijn Rutgers Newark Mosaic Jazz Ensemble. Excellent dirigent, allround keyboarder, uitstekend muziekpedagoog.
Als Hammond B-3 organist en jazzpianist heeft hij in de loop van de tijd een grote staat van dienst bereikt. Radam speelde onder meer met Eddie ‘Lockjaw’ Davis, Arthur Prysock, Russell Gunn, David ‘Fathead’ Newman en talrijke andere muzikanten. Met de meeste van hen heeft hij ook opnamen gemaakt in studio's in de regio New York. Schwartz’s eigen album uit 1995 getiteld Organized werd in de muziekpers geprezen als “one of the essential organ records of all time”.
Dit artikel voor TW 2025 nr.1 is ontstaan vanuit een oorspronkelijk interview met de New Yorkse B-3 veteraan Radam Schwartz, alweer een aantal jaren geleden. Hij was lange tijd ook de Musical Director van de Jazz Institute of New Jersey, waar hij bijna 20 jaar les heeft gegeven aan veelbelovende en getalenteerde muziekstudenten. Hij was Artist-In-Residence op de Middlesex County Arts High School en andere muziekopleidingen aan de East Coast van de VS. En hij werkte ruim 10 jaar samen in educatieve projecten met vocaliste Melissa Walker en topbassist Christian McBride.
Schwartz is momenteel - anno 2025 - leider en dirigent van het Rutgers Newark Mosaic Jazz Ensemble. Als Jazz Educator in New York houdt Radam Schwartz zich intussen al meer dan 30 jaar bezig met allerhande muziekstijlen, voor zichzelf én in de lessen en coaching van zijn studenten en ensembles.
Schwartz herinnert zich: "Ik werd eigenlijk voor het eerst gepakt door concerten waar het jazzorgel centraal stond in de bruisende jazzscene in Newark, New Jersey." Hij weet nog goed dat sommige Hammondspelers een enorme indruk op hem maakten, mensen als John Patton, Sonny Phillips, Ernie Jones en David Brahm. Wat hem het meeste imponeerde waren de baspartijen op het orgel. "De meeste orgeltrio's hebben geen aparte bassist. Het leveren van een creatieve, stuwende baslijn is een van de belangrijkste taken van iedere jazzorganist." We gaan het daarom in dit verhaal hebben over de mooiste baslijnen voor jazz-organisten, volgens de ideeën van Radam Schwartz.
Veruit de meeste orgelspelers, inclusief Schwartz himself, gebruiken de baspedalen om effecten en accenten toe te voegen aan hun baslijnen.
Die techniek wordt vaak gecombineerd met staccato spelen op de pedalen en tegelijkertijd legato spelen in de baspartij die de linkerhand voor z'n rekening neemt.
In de 'klassieke' jazzliteratuur komen speeladviezen en tips over hoe om te gaan met het pedaalspel veel voor: niet iedereen die een orgel heeft met een 27-tonig pedaal beheerst de hak/teen-speeltechniek.
Daarom kijken we in dit artikel samen met Schwartz specifiek naar hoe we goede baslijnen zouden kunnen ontwikkelen voor de linkerhand: hij geeft ons een lesje.
"Eén gebied waarin baslijnen op het orgel meestal verschillen van die op de piano en op de contrabas of basgitaar is de veel voorkomende afhankelijkheid van de linkerhandpartijen van open intervallen, inclusief de vijfde trap en de octaven, waarbij het de chromatische noten zijn die deze intervallen met elkaar verbinden", aldus Radam Schwartz (chromatische noten = noten die verhogen en verlagen met halve toons-afstanden). Zijn tip: speel de volgende oefeningen eerst alleen met de linkerhand. Als dat lekker gaat, voeg dan de akkoordbegeleiding toe, door de akkoorden te spelen steeds op de 1e tel en de tweede achtste van de 2e tel: de -je (van de twee-de tel dus). We lopen in dit artikel door 4 opeenvolgende oefeningen.
In de eerste oefening zien we de grondtoon - de 'tonica' - en de vijfde toon - de 'kwint' - van elk akkoord, met een chromatisch verbindende noot op de vierde tel. Let op het aangepaste patroon op het B7-akkoord, om in de correcte bassrange te blijven - iets dat geregeld onderaan het linkermanuaal op het orgel speelt. De verlaagde 5 op de vierde tel wordt hier gebruikt als een verbindende noot naar de tonica van het volgende akkoord. Denk steeds alvast vooruit naar het volgende akkoord! Zie oefening 1:
De baslijn in de tweede oefening gebruikt naast de kwint de grote interval van het octaaf, samen met een chromatische overgang naar het volgende akkoord. Het octaaf omvat de kwint en geeft dynamiek, een mooie beweging, aan de baslijn. Deze grotere stappen contrasteren anderzijds ook met de chromatische beweging (de verbindende halve noten) die weer leidt naar de tonica, de grondtoon, van elk volgende akkoord. Octaafstappen zijn meestal effectief in de overgang van de 1e naar de 2e tel, dus vóór in de maat. In de westerse muziekcultuur zijn dit soort stappen trouwens al eeuwenoud: er zit heel veel van Johann Sebastian Bach in de jazz! Zie oefening 2:
In deze oefening zien we achtereenvolgens de tonica, de kwint en de dominant-7 verschijnen. Daarna gaan we weer door naar de kwint van het akkoord, waarmee we een lekkere funky baslijn kunnen spelen! Dit type beweging werkt ook heel fraai als we 'm wat meer in syncopes, dus niet recht op de tel, spelen over een funky groove.
Een heerlijk voorbeeld is de classic hit van de Schotse funkband de Average White Band van Onnie McIntyre & Alan Gorrie Pick Up The Pieces. De overgangsnoot is een volle stap naar de tonica van het volgende akkoord. Zie oefening 3:
In deze vierde en laatste oefening komen alle voorgaande (deel-)bewegingen in de baslijn bij elkaar. Ze gaan dan werken als een "blues cycle" in akkoordopeenvolgingen, ook wel "Confirmation Changes" genaamd, naar de titel van de Charlie Parker-standard Confirmation. Wat veel gebeurt is dat de 2-5 akkoordvolgorde (hier: C-mineur - F7) bijna automatisch leidt tot de tonica van het 5-akkoord - hier de Bb7, dat het 5-akkoord is (ook wel de 'dominant' genoemd) in de toonsoort van F van deze oefening, zoals we zien in de maat 4 en 8. We blijven in maat 2 hangen op de E-mineur, en we gaan naar de D-mineur7 in maat 3 met een dalende chromatische beweging (via de A7 met de E in de bas).
Deze invulling is gangbaar als we open intervallen zoals de kwint en het octaaf gebruiken. Op die manier krijgen we een fraaier alternatief ten opzichte van de wat gewonere 2-5-1 baslijnen (bv. g-d-f in de toonsoort F). Wat ook aardig is, is dat als de baslijn omhoog gaat richting de eindnoot, zoals de tonica of de kwint, de laatste noot daarvóór bijna altijd een halve stap is Je glijdt dan soepel naar de eindnoot.
Succes met je linkerhand! Zie oefening 4:
Bronnen
Op deze website plaatsen we cookies die de website goed laten werken of anoniem het gebruik van onze website analyseren.
We plaatsen geen cookies waar u toestemming voor moet geven. Meer informatie vindt u in onze privacyverklaring of geef akkoord en sluit deze melding.