CLASSIC HAMMOND ORGAN

Nieuw boek voor bespelers en liefhebbers Hammond
Tekst: Ronald van der Veen
Artikel uit Turning Wheel 2010-3

Onlangs kwam ik op internet het boek Classic Hammond Organ tegen.
Als rechtgeaarde Hammondliefhebber heb ik dat natuurlijk meteen aangeschaft. Hieronder mijn bevindingen.

Classic Hammond Organ (met als ondertitel: know the players, play the music) is in 2008 verschenen bij Backbeat Books, New York. ISBN 978-0-87930-929-9. 
Bij Classic Hammond Organ zit ook een CD met daarop de muziekvoorbeelden. De prijs is € 30,50. Auteur is Steve Lodder.
In het boek wordt niets over hem vermeld, maar een beetje googelen leert dat we te maken hebben met een Britse pianist, organist, keyboardspeler, componist en schrijver. Hij heeft samengewerkt met Paul McCartney, maar ook bijvoorbeeld met 'onze' Han Bennink en Ernst Reijseger. Dat hij niet makkelijk in een bepaald vakje van de muziekwereld onder te brengen is, blijkt wel uit het feit dat hij bijvoorbeeld ook een (jazz) CD heeft gemaakt op kerkorgel samen met saxofonist Mark Ramsden.
Het schrijven is ook niet helemaal nieuw voor hem, want hij heeft ook al een boek gepubliceerd over de muziek van Stevie Wonder.

Op de lessenaar

Wat mij als eerste opviel aan het boek was de ringband die heel vernuftig in de achterkant weggewerkt is. Heel handig want zo kan het boek niet dichtslaan. En aangezien dit een boek is wat voor ongeveer een derde deel uit muziekvoorbeelden bestaat, zal het veelvuldig op de lessenaars van onze Hammonds staan.
Het boek bestaat uit drie verschillende gedeeltes: The instrument, The players en The music. Het eerste gedeelte van het boek heet The instrument en gaat uiteraard over de geschiedenis van de Hammond en hoe het nu werkt met die drawbars, percussion en Lesliebox etc. Voor de meesten van ons gesneden koek.
Het tweede en grootste gedeelte (The players) is wellicht wat interessanter voor ons. Hier bespreekt Steve Lodder de grote Hammondorganisten en hun muziek. Dat gaat af en toe best wel ver. Als hij over een stuk schrijft, geeft hij vaak de registratie zoals die volgens hem wordt gebruikt. Bij The Sermon bijvoorbeeld gebruikt Jimmy Smith volgens Lodder de second percussion in plaats van de juist voor Smith zo kenmerkende third percussion. (Volgens mij gebruikt Jimmy op deze Blue Note opname helemaal geen percussie maar speelt hij op een B2 die zo veel keyclick heeft dat het veel op percussie lijkt)
Behalve Jimmy Smith komen in 'The first jazz wave' nog aan bod Jack McDuff, Jimmy McGriff, Richard Groove Holmes, Charles Earland en Don Patterson.
Dan krijgen we een hoofdstuk dat heet 'The jazz soul funk brothers and sisters'. Hierin krijgen Dr. Lonnie Smith, Shirley Scott, Larry Young, Art Neville, Booker T, Rhoda Scott en Bernie Worrell de nodige aandacht. Vervolgens 'The Gospel tradition', geheel gewijd aan Billy Preston.  Aan de volgende drie hoofdstukken is het goed te merken dat we met een Britse schrijver te maken hebben. Ze heten respectievelijk 'Rhytm & Blues and the B' (Graham Bond, Georgie Fame, Brian Auger en Manfred Mann), 'Rocking (and rolling)' (Steve Winwood, Jon Lord, Matthew Fisher en Greg Allman) en 'Progressing, fusing, and generally funking' (Keith Emerson, Rick Wakeman, Rod Argent, Bill Payne, Al Kooper, Gregg Rolie en Tom Coster). Deze hoofdstukken hadden wat mij betreft wel iets ingekort kunnen worden, maar Steve Lodder heeft af en toe wat last van chauvinisme.
Opvallend is trouwens dat in Engeland het Hammondorgel vooral bekend werd in de rockmuziek terwijl het in Amerika al eerder juist bekend geworden is in de jazzmuziek.
Het volgende hoofdstuk heet 'Acid jazz' en begint weer in Engeland (James Taylor), maar daarna gaan we weer naar de Verenigde Staten met Medeski, Martin & Wood.
'The second jazz boom' gaat over de generatie Hammondorganisten die in de jaren negentig bekend is geworen (Joey deFrancesco, Larry Goldings en Barbara Dennerlein).
The players wordt afgerond met een hoofdstuk over 'Tonewheel sounds in the 21st century'.
Hier heeft Lodder het over de verschillende clonewheels en het gebruik van het Hammondorgel in deze eeuw bij o.a. een band als Niacin.

Oefeningen

Het derde gedeelte van het boek (The music) bevat eerst 15 oefeningen in o.a. jazz- rock- en funkstijl. Ook komen er wat typische Hammond-technieken aan de orde zoals de 'sputtertechniek'. Hierna volgen er 22 Sound and style examples zoals Lodder ze noemt.
Dat zijn korte stukjes in de specifieke stijl van een bepaalde organist.
Het boek besluit met een lijst van CD's die de auteur aanbeveelt te beluisteren en een index.
De bijgevoegde CD is nog goed voor een leuk gezelschapsspelletje.
De meeste nummers zijn opgenomen op een A-100 (met een 'very funky keyclick' staat er bij) met Leslie 122, maar sommige tracks met de Native Instruments B4II.
Welke track op welk instrument is opgenomen wil Steve Lodder niet vermelden om ons te testen (leuk voor een ledendag?) Overigens is het verschil wel goed te horen.
De CD is overigens niet zozeer een meespeel-CD maar eerder een voorbeeld-CD want er is 'alleen maar' orgel te horen en dus geen drums en bas (zoals bij Hammond Organ Complete).

Veel Hammondliefhebbers zullen het boek Hammond Organ Complete van Dave Limina al in de kast hebben staan. (In Turning Wheel nr. 3 van 2003 staat een bespreking dit boek.)
Er zijn nogal wat overeenkomsten tussen dit boek en Classic Hammond Organ.
Ook Hammond Organ Complete bestaat uit 3 gedeelten en ook daar gaat het eerste gedeelte over de geschiedenis en de werking van de Hammond. Ook bestaat dat boek voor een belangrijk deel uit oefeningen. Qua niveau zijn de exercises uit beide boeken aan elkaar gewaagd. Waarin Classic Hammond Organ zich echt onderscheidt van Hammond Organ Complete is het tweede deel: The players.
Dit gedeelte biedt prettig leesvoer en als u wat meer achtergrondinformatie wilt over  Hammondorganisten en hun muziek is dit boek zeker het aanschaffen waard.