De Solovox, een extra klavier

De Solovox is ontworpen door Alan Young van de Hammond Organ Co en vervaardigd in de Verenigde Staten tussen 1940 en 1950. De Solovox was een monofoon 3-octaafs toetsenbord bedoeld om onder het toetsenbord van een piano of orgel te bevestigen om deze met een aantal solostemmen uit te breiden.


De techniek was gebaseerd op de buizen-oscilator en het deler-circuit, welke indertiijd voor de Novachord ontworpen was. Later zou de Solovox-techniek gebruikt worden in o.a. de pedaalsynthesizer in de RT-3.

Hier zie je Laurens Hammond samen met hoofd-ingenieur Hanert aan het werk tijdens de ontwikkeling van de Solovox:

 

Hier het patent.

Hieronder onder een vleugelklavier.

 

Een paar oude advertenties.

 

Er kwamen in totaal drie modellen van de Solovox:

Model J geproduceerd van  zomer 1940 tot 1946 (één oscillator voor een octaaf en vijf zaagtand-delers) metaal/zwart, 12 presets en mechanisch vibrato-systeem. De vacuum buizen en toongenerator zaten in de speaker-unit. Hij was er ook in het wit/metaal USA.

Model K geproduceerd van  1946 tot 1948 (één oscillator voor een octaaf en vijf zaagtand-delers en drie bloktoon-delers) metaal/wit en zwart.

Model L geproduceerd van 1948 to 1950 (één oscillator voor drie octaven en drie bloktoon-delers). USA en Canada, maar nu met elektronische vibrato; ook ooit geleverd in grijs-parelmoer.

 

 

Voor militair gebruik en officiersclubs is er ook een "selfcontained" uitvoering gemaakt, dus alles was één geheel.



Het 3-octaafs toetsenbord was gemonteerd op een soort slee, welke  onder het piano- of orgelklavier bevestigd werd.


De Solovox had een volumeregeling, die met de knie bediend werd op een manier zoals we nog kennen van een harmonium (zie foto hierboven).
De Solovox diende te worden aangesloten op het elektronische versterker/luidspreker gedeelte met drie dikke kabels. Het geluid was afkomstig van een LC oscillator, die een frequentiebereik van één octaaf had. Dit signaal van de oscillator werd vervolgens door een serie van vijf frequentie delers gestuurd om zo nog twee extra octaven te creëren. De Solovox (J + K modellen) maken gebruik van twee vibrerende metalen tongen. Deze moduleren de oscillator frequentie om zo een vibrato effect te creëren. In latere modellen werd deze vervangen door een tweede oscillator als vibrato-oscillator.

Aan de voorzijde van het instrument zaten onder het toetsenbord een reeks van grote  knoppen, die met de duim bediend moesten worden. Deze schakelaars boden de mogelijk om het oscillator bereik omschakelbaar te maken in  + / - 3 octaven voor Sopraan, Alt, Tenor en Bas.
Verder waren er knoppen voor: Vibrato, Attack-tijd, Deep tone en Full tone, 1st Voice, 2nd Voice, Brilliance en een schakelaar voor het selecteren van houtblazers, strings, geluid of stil (mute).

De Solovox was in staat om een reeks van strings, blazers en diverse orgelgeluiden te maken en werd op grote schaal gebruikt in de lichte muziek van zijn tijd.

 

Solovox advertentie 1940.

 

Toch net weer een iets andere versterker... 

Tafel Model.

 

Serienummerplaatje van een K versie




Boven: het toonkabinet had zijn eigen serienummer.

Omdat een aantal artiesten (o.a. Cherry Wainer en hieronder: Milt Herth) speelden op een witte Hammond waren ze ook in het wit leverbaar.

 

Hieronder Milt Herth, die hem bovenop het orgel gemonteerd had.

 

Het volgende YouTube filmpje stelt niet heel veel voor, maar je kunt toch een paar toontjes van dit wonderbaarlijke instrument horen.
 

Hier een goede technische uitleg.

Hier een vrolijke opname.

Hier op de Zuid-Amerikaanse toer.

En hier een prachtige inside-uitleg met geluidsdemo en een vergelijk met de Jennings Univox, een vergelijkbaar instrument.