Interview Don Lewis

Tekst: Herbert Noord
Artikel uit Turning Wheel 2012-2 

Don Lewis

Eerlijkheidshalve moet ik bekennen, dat ik nog nooit van Don Lewis had gehoord tot zijn naam opdook in de aankondiging van het 4de lustrum van de Hammond Toonwielorgelvereniging. Nieuwsgierig als ik ben ging ik even op YouTube kijken of er wellicht een clipje van deze Don te vinden was. En ja hoor, iemand uit Japan had een nummer van een plaat op YouTube geplaatst en zo kon ik horen hoe hij in 1971, opgejaagd door een op hol geslagen Hammond rythmbox, op een X77 te keer gaat. Apart dus. Door omstandigheden was ik op de lustrumdag verhinderd, maar de volgende dag kreeg ik een telefoontje dat Don en zijn vrouw Julie in de schuilkerk in het Noord Hollandse - bij insiders ook bekend onder de naam het Hammond Kaaspakhuis - aanwezig zou zijn. Zo kreeg ik alsnog de kans kennis te maken met deze loot aan de omvangrijke Hammondstam. Het werd een aangename kennismaking met een uiterst relaxte professional die het maken van muziek nog altijd als prioriteit nummer één beschouwt.

Op piano begonnen

Don begon pas op veertienjarige leeftijd met het spelen van piano. Weliswaar hadden ze thuis geen piano staan, maar er stond op school wel een piano en daar kon hij een paar uur per week les op krijgen. Zijn opa en oma beloofden voor hem een piano te kopen als hij het pianospelen twee jaar vol hield. Om thuis toch te kunnen oefenen en de beloofde piano te kunnen binnenslepen, had Don een inventieve oplossing bedacht: Een stuk papier ter lengte van een pianoklavier waarop hij toetsen had getekend. Hij speelde dan een melodietje dat hij er zelf bij humde of zong. In de kerk waar Dons familie zondags naar toe ging stond een groot pijporgel en in plaats van devoot in de kerkbank plaats te nemen sloop Don stilletjes weg richting orgel. Op een stoel achter de organist zat hij ademloos toe te kijken hoe alle registers, manualen en pedalen bediend werden. Het orgel intrigeerde hem meer dan de piano maar de kans om ooit op zo’n machtig instrument te kunnen spelen schatte Don niet hoog in. Gelukkig wierpen de pianolessen en het studeren vrucht af en zo deed een piano intrede in huize Lewis.
(Op de foto Don Lewis bij Aart van de Beek thuis op zijn Steinway)

Ruilhandel

Daar stond dus die piano en toen?
Kreeg ik les van een strenge lerares die mij de klassieken bijbracht. Bach, Beethoven die kant dus.

En dat ging je goed af?
Heerlijk vond ik het. Ik was echt enthousiast en studeerde met volle overgave. Als kind luisterde ik ook veel naar de radio en het mooiste vond ik de opera’s die daar op te horen waren. Er was ook een ˜record of the month” club van het platenlabel Columbia en daar waren wij thuis lid van. Dat lidmaatschap hield in dat elke maand een prachtige 33 toeren plaat op de mat plofte met muziek die over de radio te horen was geweest. Toen bekend werd dat ik niet onaardig piano speelde, mocht ik koren in de kerk begeleiden op de piano.

Geen orgel in de kerk?

Ja, zoals ik al zei een groot pijporgel, maar daar mocht ik alleen maar naar kijken. Erop spelen zat er niet in.

Een Tantaluskwelling want je wilde heel graag orgel spelen?

Absoluut. Orgel is zo’n prachtig instrument, zo machtig. Een fuga van Bach op zo’n machtig orgel horen vertolken, veel mooier is er niet. Maar goed ik bleef dus piano spelen. Een oom hoorde dat ik dolgraag op een orgel wilde spelen. Nu had die oom een kerk waar een Wurlitzer in stond en hij nodigde mij uit om het eens op dat orgel te proberen. Dolblij was ik, vooral toen ik na afloop hoorde, dat ik de organist mocht vervangen als die in militaire dienst moest.

Mooi. Nu weten wij allebei dat een Wurlitzer geen Hammond is. Eerlijk gezegd komt het geluid
niet eens in de buurt. Klein minpuntje?
Klopt. In die tijd halverwege de vijftiger jaren kon je overal het geluid van een Hammond horen. Op de radio, in kerken in dancings en ik hield meteen van het geluid. Het waren echter dure instrumenten dus dat er ooit een in huis zou komen kon ik wel vergeten.
Had je al eens kennis gemaakt met een Hammond?
Mijn eerste kans om op een Hammond te spelen kwam toen we met het kerkkoor een tournee langs andere kerken maakten en tot mijn grote vreugde stonden er in een paar van die kerken echte Hammonds.

Verkocht?
Wat dacht je? Dus ik begon bij die oom te zeuren, dat die Wurlitzer vervangen moest worden door een Hammond omdat dat geluid veel beter bij de liturgie zou passen. Helaas was mijn oom totaal ongevoelig voor mijn argumenten. Toch gaf ik niet op, want ik had inmiddels ook kennis gemaakt met de Lesliebox en als er dan geen Hammond kwam, dan maar een Leslie, klonk het toch allemaal wat beter. Na veel aandringen zwichtte mijn oom en kwam er een heuse 142 aan de Wurlitzer te hangen. Het was niet perfect maar het klonk al beter.

Stapte je toen ook over van piano naar orgellessen?
Nee, ik bleef bij dezelfde pianolerares want zij was erg goed. Op een gegeven moment kwam ik wat te vroeg naar les en hoorde ik iemand jazz spelen op een Hammond. Fantastisch klonk dat. Ik deed voorzichtig de deur open en tot mijn verwondering zat mijn lerares daar achter het orgel te swingen. “Dat mag je aan niemand vertellen”, zei ze tegen mij, “want anders raak ik leerlingen kwijt”. Ik beloofde mijn mond te houden als zij mij wat van die muziek wilde leren. “Dat is goed”, was haar antwoord, “maar jij speelt toch gospelmuziek in de kerk?” Dat beaamde ik. ˜Dan leer ik jou jazz op de voorwaarde dat jij mij gospel leert spelen”, zei zij. En dat heb ik toen gedaan, een soort ruilhandel dus.

Naschrift Herbert Noord:
Don Lewis en zijn vrouw Julia hebben een behoorlijk druk bestaan en vliegen van hot naar her. Het bovenstaande interview is door Don en Julia geautoriseerd. Ik hoop er nog een vervolg aan te kunnen plakken waar wat meer over de X77 verteld wordt en over zijn bestaan als musicus. want Don heeft met musici van grote reputatie samengewerkt.
Maar enig geduld van de lezer is vereist.