Laurens Hammond story 5

De wereld mocht Laurens' levenswerk aanschouwen.

In april 1935 werd een persconferentie georganiseerd met organist Pietro Yon.

Pietro Yon was de organist van de bekende St. Patrick's Cathedral en hij demonstreerde het instrument aan de pers. Hammond maakte die dag geschiedenis. Frits Reiner en Deems Taylor begeleidden ook nog op het orgel de kunstenaars  Lily Pons, Rosa Ponselle, Giovanni Martinelli en Colette D'Arville. De kranten waren opgetogen en zorgden voor de nodige gratis publiciteit.

Later werd het orgel  tentoongesteld op de grote "Industrial Arts Exhibition" waar het instrument insloeg als een bom. Hier een stukje in de "Stauton Tar-Times" op  6 juni 1935 op deze exhibition:

 


Hier is op diezelfde show een introductie te zien van de Novachord van Hammond in 1939.

De bekendste en meest getalenteerde muzikanten ter wereld waren niet bij het instrument weg te slaan, met in de eerste gelederen George Gerswin:


Deze wilde het showorgel zelfs op de beurs cash betalen en direkt mee naar huis nemen. Henry Ford bestelde er meteen zes stuks en Laurens voelde intuitief aan, dat alle problemen voor zijn bedrijf nu voorgoed voorbij waren. Hieronder Laurens Hammond in juni 1935.




Het eerst gebouwde  exemplaar, "Serie Nummer One" werd geleverd aan een dealer in Kansas City, welke hem jaren het land doorsleepte voor demonstraties. Toen het orgel met pensioen mocht, ging hij naar het Smithsonian Museum in Washington, waar het nog steeds staat.
Het tweede in serie gebouwde exemplaar ging naar de Methodisten kerk in Paseo Texas. De dominee schreef Hammond na twaalf jaar, dat hij alleen een paar buizen had vervangen en of Hammond een nieuw busje olie op wilde sturen. De kwaliteit van de orgels bleek uitzonderlijk te zijn. Er werd ooit een orgel teruggevonden tussen het puin van een in WO II totaal verwoeste kerk in de Philippijnen. De transformator werd vernieuwd en het orgel liep als een zonnetje. En tot de huidige dag functioneren nog veel Hammonds ook in de professionele wereld.

Het orgel was inmiddels voor het publiek te koop en er werden nadat eerst een dealernet opgezet werd binnen bestaande pianowinkels, speciale Hammondwinkels opgericht, de zogenaamde Hammond Organ Studio's.

 

 


Waarvan hier een prachtige fotoserie van een studio in New York te zien is.

In het westen van Chicago, in de regio van de Hammond fabriek, begonnen begonnen de zwarte gospel-kerken de Hammond te gebruiken. Een traditie ontstond, welke nooit meer stoppen zou en een gigantische invloed op de ontwikkeling van muziek in het algemeen zou hebben. Door het in de kerk te horen, werd Wild Bill Davis geïnspireerd het instrument in de Jazz Muziek te gebruiken. Fats Waller volgde en het Jazz Orgel was geboren.

Nu het orgel eindelijk te koop was, bleek de grote uitdaging om ze zo snel mogelijk te kunnen produceren. Een Hammond Model-A bestaat uit 17.000 onderdelen, zodat de kwaliteit van de productie een hele uitdaging was. Hierdoor was de produktie aanvankelijk slechts vier stuks per dag. Naarmate het productieproces geperfectioneerd werd gingen de aantallen flink omhoog.
Hieronder een paar opnames in de fabriek van het productieproces toendertijd. Toonwieltje voor toonwieltje wordt met de hand gecontroleerd en op geluid getest.

De ragfijne draadjes van de toetskontakten worden gesoldeerd.

De toetsen worden één voor één afgesteld.

De losse toonwielbak wordt afgesteld (afstand pickups en toonwielen).

Elk weerstandje wordt secuur doorgemeten.


Er was een enorme houtopslagplaats voor de kasten.

En een machinale zaagmachine.



Met een eigen ontworpen machine werden de quadrafoils-versieringen uitgefreesd.

Dan worden de kasten afgelakt.



Hier worden meubel en elektronika samengevoegd: "the marriage".



En tot slot volgt een grondige "doorspeel-test".



Hammond gaf demonstraties in grote (rol,-)schaatspaleizen en op paardenrenbanen.


Hammond had een zeer goed kontakt met de mensen van Steinway & Sons en overtuigde de fabrikant, dat al hun dealers tevens Hammonddealer zouden moeten worden, dus dat schoot ineens ook lekker op. In het eerste jaar bouwde en verkocht Hammond 1400 exemplaren voor de prijs van $ 1,250,- per stuk.

Hammond verzon het lumineuze "Play-Time-Plan": voor $ 25,- kreeg je een spiksplinternieuwe Hammond (dit gold voor meerdere modellen) maar liefst 30 dagen in huis, inclusief zes orgellessen. Er werden een groot aantal Hammond-orgelscholen opgericht. Er zat ook een boekje bij, die "objectief" vertelde, wat het beste orgel voor je was. Deze aktie had jarenlang groot succes en daardoor werden er veel extra orgels verkocht.


In 1959 waren er al meer dan 400 Hammonddealers, die gezamenlijk inmiddels al een omzet hadden gemaakt van 110 miljoen dollar.

Veel zaken maakten reclame, dat er live-Hammond-muziek was.

In ons  Amsterdam zat "N.V. Hammond Pijploze Orgels " aan de Keizersgracht 684 waar men de volgende orgels kon leveren: de Hammond BC voor ƒ 2750,- en de Hammond E-Concert voor ƒ 3900,-. Verder kon men de volgende klankkasten leveren: D-20 voor ƒ 400,-, B-40 voor ƒ 650,- en de C-40 voor ƒ 750,-. Men kreeg drie jaar garantie. Het is niet bekend hoeveel van de boven genoemde orgels door NV Hammond voor de oorlog zijn verkocht. Hieronder een brochure :

 

Om het orgel het meeste tot zijn recht te laten komen, moest hij eigenlijk in een grote ruimte staan, in een kerk of in een grote hal. De radio-organist Milt Herth trok zich daar niets van aan en plugde het orgel gewoon rechtstreeks in de zendinstallatie. Het orgelgeluid, wat mensen dus thuis over hun radio hoorden was dan ook gortdroog. Laurens was laaiend en dook zijn laboratorium in, waar hij een aantal stalen veren in elkaar monteerde om een vertraging in het geluid te krijgen. Op die manieer werd de akoestiek van een grote zaal na gebootst. Hieruit ontstond de nagalm-veer.

Dit apparaat was een enorm hoog geval (1,20 m hoog en rechtopstaand), waarin de veren in olie-gevulde buizen zaten om het "onweereffect" bij verplaatsing van het orgel tegen te gaan.



Je ziet, hoe Laurens voor bijna elk probleem wel een oplossing vond. Echter door het op de markt komen van kleinere/lagere orgelmodellen. (Model M) en lagere luidsprekerboxen, moest het model ingekort worden. Hij ontwierp de "Necklace-reverb".


Hier is een prachtig verhaal te lezen over het ontstaan van de "nagalmveer".

In 1939 konden de Hammondorgels dan ook geleverd worden met ingebouwde nagalm.
Lees hier een leuk artikel, hoe de dealers het effect aan de klant konden laten horen.

Laurens zou Laurens niet zijn, als hij met zijn nagalmveer niet meteen naar autoradio fabrikanten en Hifi-fabrieken ging. Hij ontving voor de met hen gesloten deals weer een leuk kapitaaltje aan royalties.
In 1938 ontwierp Hammond samen met de Aeolian Company een orgel, die net als een dansorgel en een pianola uit zichzelf kon spelen. Over dit model BA is hier alles te zien en te lezen. De interesse van het publiek bleek echter te gering en de produktie van de BA stopte helaas vroegtijdig.
Maar Laurens Hammond en zijn personeel bleven zoeken en experimenteren met allerlei nieuwe technieken om zodoende hun markt te verbreden. In 1939 bouwde hij de NOVACHORD. Dit was de eerste subtractieve synthesizer ter wereld.



Hieronder en krantenbericht over de Novachord.



Het instrument bezat één klavier met 72 toetsen, 12 buizen-oscillatoren en 5 frequentie delers per oscillator. In 1939 begon de levering en tot 1942 werden er 1069 geproduceerd.
Naast zijn eigen geluiden kon de Novachord ook klanken van bestaande instrumenten voortbrengen, zoals piano, clavecimbel, snaar- en blaasinstrumenten. Het gevaarte woog 500 pond en kon niet eens door een standaard deuropening. Laurens bewaarde de techniek om er in de toekomst andere toepassingen zoals de Solovox voor te bedenken.

De meeste uitvindingen, die nu (het is 1939) volgden, waren meer of minder puur voor de door-ontwikkeling van het Hammond orgel.

 

Hieronder Laurens Hammond in 1940.

 



Ondertussen was de 2e Wereldoorlog begonnen en daarmede werd ook de Fa. Hammond verplicht oorlogsapparatuur te fabriceren, hetgeen ze niet onverdienstelijk deed.

 

Laurens begon met de ontwikkeling van geleide projectielen en temperatuur-zoekende raketten en werkte daarnaast op vele terreinen, waar de Airforce dankbaar gebruik van maakte.

Hieronder de automatische besturing voor schepen uit 1942.


Hierboven een afbeelding van Mr. David H.Kutner, een latere president van de Hammond-company, die een speciale award ontving van het Rode Kruis voor het bekostigen van een tour door Kristine Philips, Miss Idaho, die ook een verdienstelijk organiste was. De tournee ging langs de west- en oostkust naar militair hospitalen waar gewonde soldaten waren opgenomen.


Dus ondanks de gebruikelijke zakelijkheid bleef er binnen de Hammond company ook altijd ruimte, om iets voor de medemens te doen.

Ook Laurens Hammond vergat ondanks zijn grote succes nooit, hoe hij  gekomen was waar hij zich nu bevond. Hij had bijvoorbeeld thuis wél een airconditioningsysteem, maar niet in zijn kantoor, "omdat de arbeiders in de fabriek er ook geen hadden"

Zo'n 25 jaar na het mislukte 3-D project, kwam hij erachter, dat John Borden, de man die hem juist toen financiel zo ondersteund had, kompleet bankroet was. Laurens zorgde ervoor dat deze John tot zijn dood kon rondkomen.
Laurens zou altijd een uitvinder blijven en zorgde ervoor, dat anderen de firma gingen besturen, zodat hij alle tijd had voor het verbeteren en uitvinden van nieuwe produkten.
In 1946 werden echter zijn twee hoofd-directieleden, Mr. Merill en Mr. Redmond, tegerlijkertijd ziek en moest Laurens daardoor terugkeren in de directie om de boel draaiende te houden.

Het werd 1946, het jaar waarin Hammond definitief stopte met de klokkenproduktie. Vanaf dat moment werden er uitsluitend orgels gebouwd, waarbij de vraag continue groter was dan de fabriek aankon.

De B3 zorgde voor een grote omwenteling in de 50-er jaren. Artiesten als Eddie Layton, Lennie Dee en Jerry Burke hadden grote optredens in de  Lawrence Welk TV, maakten grammofoonplaten en verkochten concerten totaal uit. Maar misschien was de grootste pop-B-3 organist wel Earl Grant, wiens zachte stijl hem veel optredens bezorgde in de beroemde Ed Sullivan show.

In de 60-er jaren was natuurlijk Jimmy Smith de Top Cat, maar ook Jimmy McGriff, Brother Jack McDuff, Charles “The Burner” Earland, Don Patterson, “Groove” Holmes en Dr. Lonnie Smith (om er maar een paar te noemen)  maakten op het orgel een waar "swing-feest".

In de 70's kreeg je natuurlijk de rock revolution, waar Hammond Organ ook een grote rol in zou spelen. Al Kooper, Brian Auger, Rod Argent met the Zombies, Steve Winwood met Traffic, Felix Cavaliere met the Rascals, Mark Stein met Vanilla Fudge, Keith Emerson met ELP, Rick Wakeman met Yes, John Paul Jones met Led Zeppelin, Jon Lord met Deep Purple, Gregg Rolie met Santana, Neal Doughty met  REO Speedwagon, Dennis DeYoung met Styx en Jerry Corbetta met Sugarloaf hadden allen hun grote hits met de B3 op de voor- of achtergrond. Zelfs  Billy Joel’s eerste album was een hard-rocking ervaring, waarin  “Piano Man” een gigantisch versterkte B-3 bespeelde.
Wie weet, hoeveel later de nieuwe generaties aangestoken werden met het "Hammond Virus?"
En die generatie kwam er. Larry Goldings, Joey DeFrancesco, Tony Monaco, Tony Z, Moe Denham, John Medeski, Barbara Dennerlein en John Novello stoomden op in de jazz wereld. In the Rock, Country, Blues and Pop Wereld zou je zelden een podium zien, zonder een of andere portable B-3 of één-klaviers Hammond.

Enfin we gaan weer even een stapje terug in de tijd,naar de 60's. De orgels werden verbeterd en kregen nieuwe funkties met als belangrijkste ontwikkelingen de B3, C3 en de RT3, waarbij de toonwielgenerator praktisch onveranderd bleef. Pas in 1970 verscheen de R-100 serie, welke de laatste modellen waren met een toonwielgenerator. Daarna werd overgestapt naar transistor-toonopwekking.

Hier Laurens Hammond in 1957.

 

 

In 1959 stierf Hammond's eerste  vrouw Mildred op vreselijke wijze en Laurens kwam in een grote persoonlijke crisis. Hij verloor interesse in zakelijke dingen en trok zich privé helemaal terug. Na een lange tijd begon hij aan zijn grote liefde: lange boottrips maken, waarbij hij vaak mensen uitnodigde om mee te gaan. Zo ontmoette hij zijn latere vrouw Roxana. Ze trouwden op 25 oktober 1955. Hier is veel over zijn privé-leven te zien.

In 1957 schonk Hammond nog $ 90.000,- dollar aan de gemeente Chicago, om daarmee een prachtig schaakpavilioen neer te zetten. Het werd gevestigd op de hoek van East of N. Lake Shore Drive en E. North Avenue in Lincoln Park. Deze gelegenheid was al een verzamelplek voor schakers sinds 1930.


Laurens Hammond overleed op 3 juli 1973.

De B-3 was ook zeer aanwezig in de opkomst van de  Soul en R&B wereld van Motown en Philladelphia. Keyboard pioneers als Billy Preston en Sly Stone begonnen allemaal als Hammond-organisten in hun kerken en maakten ook daar velen enthousiast over het orgel.

In 1975, kwam de laatste B-3 van de lopende band.

Er zijn er ongeveer 270.000 van gebouwd, maar de tijden zouden veranderen: Moog en Arp synthesizers waren het gesprek van de dag en de kinderen van deze generatie lieten het orgel een tijdje links liggen.

The Punk en New Wave -scene negeerde de Hammond totaal, net als vele andere toetsinstrumenten.

Het merk Hammond werd verkocht aan een Australische importeur, die ook orgels maakte, maar geen klik had met de historie van dit orgel en het orgel zakte tien jaar lang een beetje weg in de vergetelheid.

Door de nieuwe elektronika werd alles kleiner en goedkoper. Er kwam een wereldwijde explosie in huiskamerorgels, maar Hammond kwam er achter, dat zonder de toonwiel techniek de "toonwielsound" amper te bereiken was. Dus moest een truckendoos van toeters en bellen geopend worden, net als de opkomende Japanse fabrikanten deden. Maar er bleef een gezonde tweedehands markt voor de oude toonwielmodellen, waarbij de A's , B's en C's grote bedragen opbrachten, iets dat tot op heden het geval bleef. Er zouden vele jaren volgen van klonen en kopieën door allerlei fabrikanten om het "oude B-3" geluid te kunnen reproduceren. De toonwielgeneratoren kenmerkten zich juist vanwege allerlei bijgeluiden, waardoor het orgel zo onvergelijkbaar was en is.

De grote herbeleving zou pas weer komen, door de overname uit een vreemde hoek:
Suzuki Music Hammamatsu Japan, onder leiderschap van Mr.Manji Suzuki, kocht in 1991 van de Australische firma de merkrechten. Suzuki was uitgegroeid tot één van de grootste muziek-fabrikanten in instrumenten voor het onderwijs, harmonica's, melodica's en piano's. Het was nu aan Suzuki, om de naam Hammond weer tot grote hoogte te brtengen.
 
Ze begonnen meteen met het ontwerp voor de XB-2, de eerste echt goedkope en draagbare Hammond. Perfect was hij niet, maar hij had de juiste ingredienten, om veel Rock,- en Jazz-artiesten te verleiden, om met dit, slechts 35 pond wegende orgel in het diepe te duiken.

Het zou tot het jaar 2003 duren, vooraleer Hammond zelf met de "New B-3" op de markt kwam en, ook al klinkt het wat raar, daarmede zichzelf kon evenaren,

Hieronder: De kasten van de "New B-3" worden in elkaar gezet.



Hieronder: Als de orgels klaar zijn, worden ze handmatig getest en doorgespeeld:

  

Tegenwoordig huist het hoofdkantoor van Hammond-Suzuki USA in Chicago in dit pand:

 

Met hier het naambord:

 

 

Klik hier om naar het beroemde patent te gaan.

 

 

 

Bronnen:

Volker Effinger: Die Evolution elektronischer Musikinstrumente.
Diplomarbeit im Studiengang Audiovisuelle Medien vorgelegt am 6. Juni 2007 von Volker Effinger [14196] an der Hochschule der Medien, Stuttgart.

1. Prüfer: Prof. Oliver Curdt
2. Prüfer: Prof. Dr. Johannes Schaugg

verder:

1 Dieter Enners: Die Hammond Story, Folge 1. In: Zeitschrift Keyboards,
Ausgabe 09/1989, Musik Media Verlag, Köln.
3 Dieter Enners: Die Hammond Story, Folge 2. In: Zeitschrift Keyboards,
Ausgabe 10/1989, Musik Media Verlag, Köln.
4 Dieter Enners: Die Hammond Story, Folge 3. In: Zeitschrift Keyboards,
Ausgabe 11/1989, Musik Media Verlag, Köln.
5 Dieter Enners: Die Hammond Story, Folge 11. In: Zeitschrift Keyboards,
Ausgabe 10/1990, Musik Media Verlag, Köln.
6 Daniel L. Symmes: The Chopper. [http://www.3dmovingpictures.com/
chopper.html  (Zugriff am 16.5.2007)]
7 Hammond Organ. [http://en.wikipedia.org/wiki/Hammond_organ
(Zugriff am 11.5.2007)]
8 Laurens Hammond. [http://en.wikipedia.org/wiki/Laurens_Hammond
(Zugriff am 18.5.2007)]
9 Harvey Olsen: Leslies Speakers and Hammond Organs. Rumors, Myths, Facts and Lore. [http://www.hammond-organ.com/History/hammond_lore.htm (Zugriff am 21.5.2007)].
10 The Robb Wave Organ. [http://www.sciencetech.technomuses.ca/
english/collection/music5.cfm (Zugriff am 31.4.2007)]
11 Stuyvesant Barry: The Laurens Hammond Story. 
[http://thehammondorganstory.com/index.asp (Zugriff am 10.05.2007)].