De R-100 serie

 

"The Last Of The Great Ones"

 

 
 


R-124
toonwiel

i.c.m. transistorversterker en
Rotosonic Leslie

1970-1975

 

Hier even een lekkere "oldschool-swing"  op de R-124: https://www.youtube.com/watch?v=Mowk4THwKdk

  



R-182
toonwiel

i.c.m. transistorversterker en
Rotosonic Leslie

Ook als R-195

1970 – 1975

Hier de R-195 op video: https://www.youtube.com/watch?v=f_qv9GyZR5o



De Hammond R-100 serie zou je de laatste van de groten der aarde kunnen noemen, in die zin, dat deze modellen de allerlaatste toonwiel CONSOLE serie was, welke geproduceerd werd.
Toendertijd was de R serie een zeer compleet Hammond orgel met zaken als een ingebouwde Leslie, sustain op het pedaal en een Hammond II Rhythm drum machine.
Vergeleken met een B3 was dit echter natuurlijk een totaal andere wereld.

 

 

 

Qua concept nam de R-100 eigenlijk het stokje over van de E-100, een relatief eenvoudig huisorgel met registers en functies als een volgroeid spinetmodel.
Raar is dit niet, daar de techniek natuurlijk enorm overeen komt met de T-series.

Een set van negen drawbars per klavier van 61 toetsen en een volledige 25-tonig vlak, radiaal pedaal. Presets waren beschikbaar d.m.v. tabs, ingebouwde reverb en er was een polyfone percussion sectie met regelbare repeat, zoals bijv. ook op model H.

Even een stukje techniek:

De R-100 is met uitzonderdering van de toonwielgenerator volledig elektronisch, dus geen buis te zien. Qua sound moest hij het hebben van de ferme ingebouwde Leslie, de nieuwste ROTO-SONIC, welke net was uitgevonden voor de Leslie 710 en 610.
Wat wel ontbrak was de de Hammond (scanner) vibrato. Door de inbouw van de Leslie-unit in de console vond Hammond het onnodig om de vibrato scanner en de delay line in te bouwen, welke het orgel nodeloos duur zouden hebben gemaakt. Dit is nader beschouwd een tekortkoming van de eerste orde. Een Hammond console orgel zonder een scanner. Monumentale fout. Daar had iedereen graag iets meer voor over gehad.

Aan de linkerkant zien we de RotoSonic Leslie-eenheid en de 6x9 speaker.
De eindversterker is dual-channel: één kanaal voor stationaire (strak) en een voor de Leslie. Het Main-kanaal heeft een 15 "bas speaker en een 8" (niet zichtbaar) voor de midden en hoge tonen. De diepste bastonen gingen altijd naar het stationaire kanaal, ongeacht de instellingen van de tab's, simpelweg omdat de Roto-Sonic speaker niet geschikt was voor frequenties beneden laten we zeggen 250Hz.
Er is geen z.g. stereo reverb kanaal in de R-100 in tegenstelling tot andere en eerdere modellen zoals A-100 of E-100. In plaats daarvan kon het galm signaal worden doorgestuurd naar een van de twee uitgangskanalen.

Hierboven de tab's die Leslie en Reverb regelen.
De R-100 gebruikt de 'ColorMatic' stijl van het kleuren van de tabs op hun functie.
Hoewel het de organist wellicht steun gaf in het onderscheid tussen de verschillende tab's, stond het esthetisch op zijn minstbest twijfelachtig (naar mijn bescheiden mening)
De plaatsing van de Leslie-fast regelaar (rood) is ook een beetje zonderling, maar nogmaals, dit orgel is niet gemaakt voor rock 'n roll. Doch een Leslie schakelaar hoort links onder handbereik te zitten en niet boven de speeltafel op het paneel ook al zit hij hier dan meest rechts. 

 

R-100 modellen kwamen met een toon kabinetaansluiting voor de Hammond Series 10,
die in staat was om beide kanalen weer te geven, maar miste een roterend gedeelte. 

Het aanbevolen Leslie model was Model 610 (zie hieronder) 
Een Roto dual-Sonic kast met drie kanalen en vier versterkers (buizen) met behulp van Leslie kit # 8050.

 LESLIE MODEL 610

 

 De R-124:

 

Overzicht registerpaneel R-124

 

Speeltafel close up.

 

R-182

 

 

Hier "The lion sleeps tonight"op de R-182

 

            

R-195: zeer zeldzame verschijning met leer applicatie op de oren. 

 

R-195 speeltafel. Let op de details van de bank



 

Verzamelfolder Model R-182 en R-195