HEEFT HIJ TOCH NOG ZIJN ZIN!

Tekst en foto’s: Rob Hettema
Artikel uit Turning Wheel 2012-1

Een jaar of dertig geleden trachtte mijn vader mij te overtuigen om op Hammondorgelles te gaan. Hij was helemaal gek van Louis Armstrong en van Hammondorgels en liet me Hammondmuziek horen, waar ik toen helemaal niets van moest weten en dus wilde ik niet op orgelles. In plaats daarvan ging ik lekker saxofoon spelen. Vele jaren gingen voorbij en inmiddels is het al 25 jaar geleden dat hij stierf. Door die sax kwam ik echter in bandjes te spelen waar de toetsenisten ook af en toe op een Hammond of een Hammond module speelden. Langzamerhand werd ik toch ook verliefd op dat geluid. Ik ging me verdiepen in de vele orgels en had door dat ik toch een hoop muziek in mijn collectie had waar Hammond gespeeld werd. Uit nostalgische redenen en uit een groeiende waardering voor het geluid, besloot ik om te gaan zoeken naar een orgel.

Orgel naar huis gegleden

In eerste instantie had ik een L100 op het oog, maar na een organist hier in de buurt te hebben geraadpleegd werd me geadviseerd op zoek te gaan naar een A100.  Nu kan ik alleen saxofoon spelen en een beetje pingelen op onze oude piano, dus echt aan mij besteedt is zo’n orgel niet. Toch ging ik op zoek. Ik ging een keer kijken naar een orgel dat was verprutst met kerkpijpen er bovenop, met een mooie Leslie147 er bij. Die vond ik niet mooi genoeg en de prijs was me te hoog. Een tijdje later kwam ik op Marktplaats een oude BC tegen met een 122 Leslie er bij. Het orgel was door de eigenaar met L100 onderdelen verbouwd, zodat er percussie in zat. Hij leek net een B3, wat ik natuurlijk toch het mooiste model vond en hij zou ook zo klinken. Op een koude winterdag trok ik van Zeeland naar Lelystad om daar het orgel te aanschouwen. Het orgel was erg mooi en voor zover ik het kon beluisteren in goede staat. Het uiterlijk was niet verprutst, want de eigenaar had de schakelaars mooi weggewerkt aan de onderzijde zodat je ze niet kon zien. Ook de Leslie was qua uiterlijk in een zeer goede staat. Ik was verkocht. Het orgel ook. Met veel pijn en moeite reden we het orgel op een hondje naar buiten. Over sneeuw en ijs ging het een aantal meter naar mijn auto en zetten we het monsterlijk zware apparaat op de aanhanger. Een heleboel dekens en een zeil er omheen en  zo toog ik huiswaarts.  Met 60 km per uur over de snelweg en om de paar kilometer stond er wel een auto in de berm. Ik werd zelfs een keer ingehaald, waarna die auto vlak voor mij een pirouette draaide alvorens in de berm te belanden. Na een lange tocht arriveerde ik echter veilig thuis en via een grote plaat gleed het orgel voorzichtig van de kar af, zo mijn kamer binnen.

Perikelen

Gelukkig vindt mijn vrouw het ook een mooi geluid, dus de grote sta in de weg werd wisselend met liefde geaccepteerd en ook verafschuwd doordat hij best een beetje in de weg stond. Na vele uren lekker klieren op het orgel begon er een grote brom te ontstaan, die je eigenlijk alleen niet hoorde als het orgel heel hard stond. Nu hebben we twee kleine kindjes en juist in de avonduren heb ik de tijd om er op te spelen. Door die brom kwam het er dus niet meer van. Ook klapte er af en toe ineens met een knal een zekering uit, terwijl het orgel uit was. Ook zekeringen van mijn halogeenverlichting gingen er regelmatig aan en achteraf gezien had dat waarschijnlijk ook met het orgel te maken.

Ik had het orgel inmiddels een jaar, speelde er niet meer op en kon eigenlijk de centen wel gebruiken voor onze verbouwing. Ik besloot tegen beter weten in het orgel toch maar weer van de hand te doen.
Er waren drie gegadigden. De eerste was een vriendelijke man, die het orgel erg mooi vond en net als ik verliefd was op het geluid. We spraken gezellig over Hammondorgels en hij wilde hem vanwege de toch zware brom niet kopen. Hij raadde me aan het orgel niet van de hand te doen. De tweede was iemand met een geluidsstudio hier in de buurt en ook hij wilde hem door de zware brom niet kopen. De man had zijn broer meegenomen, die het orgel moest uitproberen. Ondanks de brom genoot ik van het geluid en de mooie loopjes, die hij en het orgel produceerden. De twijfel, die de eerste man had gezaaid werd alleen maar aangewakkerd en ik was blij dat hij hem niet wilde kopen.
Ten slotte kreeg ik een bod op het orgel van een zekere Ben uit België. Ik gaf hem aan dat ik het orgel eigenlijk niet meer wilde verkopen, maar wist ook dat ik er zo niet veel aan had. Hij wilde toch graag eens komen kijken en zo geschiedde.

Verbouwing

Ben kwam kijken en maakte me nog enthousiaster dan ik al was! We spraken lange tijd over het orgel en over buizentechniek en toen het puntje bij paaltje kwam is het orgel blijven staan.
Hij wilde hem eventueel wel voor me repareren als hij daar tijd voor kon vinden.
Daarna volgde er vele e-mails over en weer en rees bij mij toch het idee om er een echte B3 van te gaan maken. In eerste instantie raadde Ben mij dat af en wilde hij het mooie oude orgel, dat schijnbaar zijn leven in een kerk in Eindhoven had gesleten, weer geheel origineel maken door alle L100 troep er uit te slopen en ook de midi, die onder de pedalen en toetsen lag te verwijderen. Mezelf kennende was dat toch niet helemaal wat ik in gedachten had. Ik had nu een orgel dat op een B3 leek en wilde dan natuurlijk wel dat hij ook zo zou klinken. Puristen gaat een verbouwing wellicht aan het hart en in een van de artikelen op de site worden orgels die verbouwd zijn of die in een ander jasje zitten weggezet als neppers die niks waard zijn. Toch wilde ik dit project doorzetten omdat ik dit orgel nu eenmaal had en er inmiddels toch erg gek op was geworden. Na veel gezeur van mijn kant wilde Ben hem wel verbouwen tot een BCV3. Het orgel, dat Hammond nooit gemaakt had, maar dat eigenlijk wel had moeten doen! Ik kreeg van hem een boodschappenlijstje van de onderdelen die ik nodig had om de BC te kunnen verbouwen.

Vervolgens ging ik op zoek naar de onderdelen op Ebay en vond al snel wat ik nodig had. Een mooie versterker uit een A100, smooth drawbars, mixtrafo en nog een aantal zaken die we mooi konden gebruiken. Vervolgens was het wachten tot Ben tijd had. Dit duurde meer dan een half jaar want ik was blijkbaar niet de enige met een aftands orgel met allerlei vreemde kuren.
Een aantal maanden geleden toog ik met het orgel naar Vlaanderen en kwam een stuk wijzer terug. Buiten dat het een vakman is, die al vanaf zijn 14e levensjaar in de fabriek met buizen leerde werken, is het een groot verteller van allerlei feiten over buizen, orgels en elektronica. Een groot deel was heel interessant en kon ik goed volgen, maar zodra het over allerlei waarden etc. ging was ik hem kwijt. Het was echter erg gezellig en tijdens het demonteren van het orgel vielen we van de ene in de andere verbazing. De verbouwing van het orgel was gedaan met elektronica van een L100, maar verder kwamen er ook allerlei onderdelen en spiraaltjes uit te voorschijn die waarschijnlijk voordien dienst hadden gedaan in een alarmsysteem of zoiets. Ook erg knap gedaan en zeker met liefde, maar niet datgene wat we wilden.
Alles werd er uit gesloopt en ook de midi vanuit de pedalen en toetsen gehaald. Langzamer zeker werd het orgel steeds verder ontmanteld.

Geschiedenis

Voor diegenen die de B3 kennen, maar niet de BC, volgt er een bescheiden geschiedenisles. Waar de B3 over één toonwiel beschikt, is dat bij de BC het dubbele. De toonwielen staan iets ontstemt ten opzicht van elkaar om zo het ultieme kerkorgelgeluid na te kunnen bootsen. Dit bleek veel te duur waardoor de B3 maar met één toonwiel werd uitgerust.
Na de BC werd de vibrato geïntroduceerd, en konden BC eigenaren hun orgel door een Hammond monteur laten voorzien van vibrato waardoor de BCV ontstond. Deze BCV kwam dus niet zo uit de fabriek maar werd thuis geüpgraded en voorzien van een BCV sticker. Even een vraag voor de puristen: Is een BCV dan ook een nep Hammondorgel?

Aan de slag

Nu het orgel uit elkaar lag was het tijd om alles schoon te maken en te assembleren. Dit klinkt makkelijk, maar Ben was er vele uren mee zoet..
Telkens bleek er een nieuwe verrassingen. Het chassisnummer 4302  is ergens gebouwd na 1937/38 of zo  en wat blijkt: de motoren zijn 115  Volt en (toppunt) 50 Hz!  Dat is bijzonder bij een Hammond, ofwel zijn ze voor 220/230 Volt, 50 Hz ofwel voor 117 Volt, 60 Hz. Dit is dus niet normaal en toch is het zo van fabriek af geleverd. Helaas paste de vibratoscanner niet op de motor van de BC dus moest er nog gezocht worden naar een motor van een M3 met vibratoscanner, zodat er twee verschillende motoren aan de verschillende toonwielen hangen.
Een en ander werd netjes getest op de werkbank en gemonteerd in het orgel. Ook de versterker werd uitgebreid getest en aan een duurproef blootgesteld.
Geen probleem, tot na de inbouw bleek dat de percussie het niet deed. Na lang zoeken bleek dat de schakelaar voor de percussie kapot was. Er zitten vier schakelaars aan de rechterzijde, maar eigenlijk is dit een geheel wat maar met moeite uit elkaar wilde komen. Uiteindelijk is er toch maar voor gekozen er een andere schakelaar in te zetten i.p.v. te repareren waarna de percussie het gelukkig wel deed. Om een lang verhaal kort te maken, alles wat niet goed was ging er uit en originele Hammond onderdelen gingen er in. Vervolgens was het de beurt aan de Leslie 122 waarvan ik uitging dat die helemaal in orde was!
Dat was dus bepaald niet het geval en het mag een wonder zijn dat niet een van mijn kinderen zijn of haar hand achterin de Leslie heeft gestoken want dat had een drama kunnen zijn. De trafo’s van de Leslie waren doorgeslagen. Mogelijk dat ooit een blikseminslag of zo daartoe geleid heeft, of het was al langer. Feit is dat er stroom op de buitenzijde van de trafo’s stond. Ook dit werd opgelost met materialen uit een andere Leslie hoewel deze een stukje hoger waren dan de originele. De omschakeltrafo’s daarvoor verhuisden naar het orgel zelf.
Afijn,  ook de mooie Leslie kreeg een grote beurt en geeft een prachtig geluid.
En na het betalen van een schappelijke prijs ging het hele spulletje terug naar Zeeland.  
Veel oude BC orgels werden gesloopt voor hun kast en kregen dan het binnenwerk van een A100 ingebouwd. Op internet zijn ook voorbeelden te vinden van nagemaakte kasten waarin dit is gebeurd. Ach als je het zelf mooi vindt is dat toch ok?
Als je maar niet zo’n apparaat verkoopt als zijnde een B3 en daar het bijbehorende bedrag voor vangt. Nu, de mijne is eigenlijk anders. Het betreft nu een uniek exemplaar dat zowel de beide toonwielen uit de BC nog intact heeft en dus gespeeld kan worden als een BC. Het heeft echter ook de vibrato en de percussie van de B3. Onofficieel hebben Ben en ik hem de BCV3 genoemd. Waarschijnlijk staat er nog wel ergens een (ik ben er op internet eentje tegengekomen in Italië), maar hij is verder toch zeer uniek te noemen. Wij zien het dus niet als een neppert, maar als een upgrade! Iedereen is natuurlijk vrij om daar anders over te denken. Dit orgel is met veel liefde voor de techniek en het geluid door mijzelf bijeengeschraapt en in elkaar gezet door een echte vakman waar er helaas weinig meer van zijn!

Het antieke orgel speelt heerlijk voor zover ik er op kan spelen. Ik amuseer me er echter kostelijk mee en ook mijn dochtertje van twee is er helemaal weg van. Binnenkort komt onze toetsenist zich er op uitleven! Het is mijn vader dan met mij niet helemaal gelukt om me op orgelles te krijgen, maar wie weet wat de toekomst nog brengt…. Krijgt ie toch nog zijn zin! ◄